12 december 1968 314 Dat is geen schuldenmakerij, dat is een billijke verdeling van lasten over meerdere geslachten. De heer Enschedé heeft gevraagd of wij blijven doorgaan met op zaterdag 's nachts op de Binnenweg het vuil op te ruimen zonder iets aan de oorzaak van de vervuiling te doen. Ik kan u verzekeren dat Open- bare Werken graag een paar van de vuilveroorzakers mee zou willen nemen. Dat zou dan voor enige tijd een drastische en radicale opruiming zijn. Ik ben het volkomen met de heer Enschedé eens, dat men in het buitenland, b.v. in Kopenhagen, geen papiertje op straat durft te gooien en alle afval netjes naar bakken brengt. Er zijn meer landen waar ieder- een zo handelt. Hieruit blijkt dus dat het wel kan. Als ik Zwitserse wegen zie, dan verbaas ik mij over de reinheid daarvan. Opmerkelijk is dat Nederlanders en ook mensen uit andere landen, wanneer zij in een land verblijven waar met betrekking tot de straatvervuiling strenge voorschriften bestaan, zich heel gauw aanpassen. Het blijkt, dat, als wij hier onder elkaar zijn, wij in dit opzicht een rommelig volkje zijn. Het is treurig dat deze toestand blijft zoals zij is. Ik heb ook het gevoel ik wil niet alles afschuiven op de jeugd dat het aan de markt komen van allerlei verpakte artikelen deze zaak alleen maar moeilijker heeft gemaakt. Hier komt echter een groot stuk opvoeding bij te pas. Als die opvoeding niet zonder dwang kan zal zij met dwang moeten gebeuren. De fractie waar de heer Enschedé deel van uitmaakt heeft zich altijd zeer intens bezig gehouden en dat is niet vreemd gelet op de samen- stelling van de fractie met het huisvestingsprobleem. Eén van de juiste stellingen van die kant vind ik, dat de woningmarkt in haar to- taal moet worden voorzien. Men moet dus over de gehele linie bouwen, ook de grotere huizen, ook de vrije sector. Mensen die dergelijke huizen willen bewonen gaan daar wel heen. Dan komen er huizen met lage huren vrij en komt er een ruime markt. Wanneer de woningbouwverenigingen premiewoningen zouden willen bouwen, zullen zij bij het gemeentebestuur een open oor en alle medewerking vinden. Voor de bouw van enkele premie- flats in het Centrumplan, bestemd voor verhuur, bleek ook alweer dat financiering daarvan niet zo eenvoudig is. Het bouwen van woningen met een huur van beneden 200 per maand, blijft een moeilijke zaak. De voor- genomen plannen zijn gelukkig nog niet van de baan. Ik weet dat er nog aan gewerkt wordt. Ik hoop dat de plannen zeer snel zullen doorgaan zodat zich voor deze categorie meer soelaas zal gaan voordoen. Met betrekking tot de moeilijkheden voor de onderhuurder, als de hoofdbewoner het huis verlaat, merk ik op, dat de onderhuurder juri- disch altijd een heel moeilijke figuur is geweest, waar ook de wetgever mee heeft getobd, alsmede het huisvestingsbeleid bij ontruimingsge- schiedenissen. De onderhuurder wordt in zo'n geval vaak de dupe. Bur- gemeester en wethouders trachten dit enigszins te ondervangen door de nieuwe huurder de eis te stellen, dat hij het huis mag betrekken als hij een oplossing vindt voor de onderhuurder, wat dan vaak zô wordt opgelost dat de onderhuurder bij de volgende huurder blijft wonen. Dat is de bij- drage die burgemeester en wethouders kunnen leveren. Er zijn echter ook gevallen waarin dat niet gaat. De onderhuurder zit zonder recht of titel in een huis. De rechter kan niet anders doen dan de huurder nog een paar maanden respijt geven, maar daartoe beperkt zich zijn macht. Daarna moet de onderhuurder de woning verlaten. De nood van de 180 gezinnen voor wie de hoop op een flat in het cen- trumplan in rook is opgegaan wegens de hoge huur, vervult ook burge- meester en wetnouders met grote zorg. Ik hoop dat door activiteiten van woningbouwverenigingen, via premiebouw en via doorstroming, daar- voor meer woningen vrij zullen komen. Met de door de heer Verkouw aangegeven wijze van behandeling van structuur-, bestemmings- en saneringsplannen ben ik het volkomen eens.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 27