321
12 december 1968
De wethouder heeft in antwoord op een vraag van de heer Bomans ge-
zegd, dat de andere fracties geen moeite hadden met de grootte van de
schuldenlast. Mijn fractie heeft daar inderdaad geen moeite mee want
het is uitgesloten om kapitaalwerken uit te voeren zonder geld, en als de
gemeente dat niet heeft zal het geleend moeten worden.
De wethouder van openbare werken heeft gezegd dat hij de nodige aan-
dacht besteedt aan de efficiency en dat vind ik buitengewoon plezierig.
Verder heeft hij gezegd dat hij, wat het streekplan betreft, het hele-
maal met mij eens is, n.l., dat het noodzakelijk is dat het streekplan nu
eens wordt vastgesteld. Beter een plan dat misschien niet iedereen be-
vredigt dan geen plan. Men kan nu eenmaal nooit een plan maken dat
iedereen zal bevredigen.
Ik heb in het antwoord van de wethouder gemist een reactie op mijn
vraag, of het college bereid is, zo mogelijk in samenwerking met andere
belanghebbende gemeenten, aandrang op de regering en op de commissie
voor verkeer en waterstaat uit de Tweede Kamer uit te oefenen ten ein-
de de aanleg van de verbindingsweg tussen de Velser tunnel en Schiphol
te bespoedigen.
De wethouder van de bedrijven heeft mij tevreden gesteld wat de
B.T.W. betreft. Hij zal dus de B.T.W. doorberekenen in de tarieven en de
tarieven zal hij niet baseren op de mogelijkheid om winst te maken maar
inderdaad de kostprijs berekenen.
Ik heb een antwoord gemist op mijn vraag wat de consequentie van
de B.T.W. zal zijn voor de gronden van het grondbedrijf. Ik hoop dat de
wethouder mij daarover nog iets kan vertellen."
De heer Enschedé zegt: ,,De geschiedenis van de zeevaart wijst uit,
dat, wanneer men de reder zijn gang laat gaan, de veiligheidsmaatre-
gelen op de schepen van dien aard zijn, dat er veel rampen gebeuren. De
overheid heeft dan ook voorschriften uitgevaardigd en controleert deze,
met betrekking tot de veiligheidsvoorzieningen en reddingsmiddelen welke
op de schepen aanwezig moeten zijn. In de industriële geschiedenis, de
geschiedenis van de bedrijven, kan men hetzelfde beeld zien. Er zijn ver-
schrikkelijke ongelukken gebeurd, rampzalige toestanden zijn er ge-
weest en uiteindelijk heeft de overheid, ondanks het feit dat de bedrij-
ven hebben getracht onderling tot het vaststellen van veiligheidsmaatre-
gelen te komen, hetgeen niet is gelukt, deze maatregelen verplicht moeten
stellen. De veiiigheidswet is er niet voor niets gekomen tot zegen van
zeer velen. Ondanks alle afspraken, ondanks alle beloften van de reders
is het ook nodig gebleken dat de overheid een verbod uitvaardigde om op
zee olie te lozen en dat wordt gecontroleerd. Doet men het toch dan wordt
men zwaar gegrepen. Ik vind het daarom teleurstellend dat de voorzitter
van mening is, dat de gemeentelijke overheid met betrekking tot het be-
vorderen van de zelfdiscipline van de weggebruikers, geen taak zou heb-
ben. Ik heb alleen maar als voorbeeld een paar dingen genoemd zoals
brommen zonder helm. Daar bestaat wel geen voorschrift over, maar als
men weet dat in de Haarlemse ziekenhuizen gemiddeld 6 verkreukelde jonge
brommers liggen en dat er in Nieuw Unicum voor Tiun leven verkreu-
kelde jonge brommers liggen, dan zijn dat dingen waar we toch blijkbaar
nog meer voor wakker geschud moeten worden om te beseffen dat op dit
terrein, naast particuliere instellingen als Veilig Verkeer enz., een taak
voor de overheid is weggelegd.
Dat de voorzitter zegt dat het vergroten van de zelfdiscipline geen
gemakkelijke taak voor het politiecorps is, kan ik me wel indenken, maar
ik dacht dat het andere punt wat ik heb aangehaald, n.l. de noodzakelijk-
heid van strengere controle op het nakomen van de verkeersregels, wel
een taak is voor het politiecorps. De voorzitter zal dan waarschijnlijk
zeggen dat dit geld zal kosten. Daarom heb ik in mijn algemene beschou-
wing gezegd, dat verhoging van de verkeersveiligheid geld mag kosten."