12 december 1968 322 De voorzitter: „U hebt niet gesproken over strengere controle door de politie. U hebt gesproken over het bevorderen van de zelfdiscipline van de weggebruikers waarbij u ais voorbeeld noemde het rijden onder in- vloed van alcohol en het risico van brommen zonder helm. Ik heb niet ont- kend dat het niet de taak van de politie is tegen het rijden onder invloed van alcohol op te treden. Het dragen van helmen door brommers is niet ver- plicht. Het gaat er om, dat het niet de taak is van de plaatselijke over- heid om met betrekking tot deze zaken regelend op te treden. Daarnaast staat de taak van de politie." De heer Enschedé: „Het is de taak van de politie om te controleren en ik zou zo graag willen dat dat wat meer gebeurde, want ik meen dat zware controle een beter voldoen aan de voorschriften tengevolge zal hebben. Ik probeer bij u iets wakker te maken met betrekking tot het bevorderen van de zelfdiscipline van de weggebruikers door het maken van propagan- da voor meer veiligheid en het waarschuwen tegen bestaande misstanden. ln ben het met de voorzitter eens dat dat landelijk natuurlijk effectiever kan gebeuren, maar ik meen dat nog meer dan al gedaan wordt, b.v. op scholen, daaraan wat kan gebeuren. Ik meen dat het in de gemeente leeft dat veel aandacht aan deze zaak wordt besteed. In deze raad wordt van een bepaalde zijde de vrijheid steeds zo hoog gehouden, maar op een gegeven moment gedoogt die vrijheid niet dat pa- pier en ander vuil op straat wordt gedeponeerd. Dat geldt in het groot voor het industriële vuil. Het werd vroeger als een recht gezien om vuil op het openbare water te lozen. Dat gaat niet meër en daarvoor moeten ook maatregelen worden getroffen en daar zullen ook controles en sanc- ties aan moeten worden verbonden. Met de gedachten van de wethouder over het verwijderen van het vuil van de vuilnisbelt, ben ik bijzonder blij. Ik schrik echter als ik hoor, dat er blijkbaar nog omstandigheden zijn welke de uitvoering van de plannen in de weg kunnen staan. De wethouder zal daarover nog wel het een en ander willen zeggen. Over de woningbouw gaan we morgen praten. Aan de wethouder voor de bedrijven zou ik, omdat ik mij kan indenken dat het controleren en opnemen van de gasmeters en andere meters in de flatwoningen een kostbare zaak is, willen vragen eens te bekijken wat het zal kosten bij de bouw een systeem aan te leggen waarbij de aanwijzing van de meters naar een centraal paneel wordt overgebracht. Ik ben er van overtuigd dat dit bij de huidige stand van de techniek mogelijk is. Dit zal een kwestie van afwegen van kosten zijn. De heer Bomans heeft in zijn algemene beschouwing zijn zorg geuit over de toeneming van de schulden van de gemeente. Ik heb in het ant- woord van het college de vraag gemist, of die zorg van de heer Bomans nu eigenlijk uitging naar de gemeente die de schuld heeft aangegaan of naar degenen die het geld aan de gemeente hebben geleend. Ik moet zeggen dat ik wel eens zorgen heb over degenen die zo vriendelijk zijn ge- weest om de gemeente geld te lenen, omdat dat meestal op het moment dat zij dat leenden duur geld is geweest. Als zij dan na 25 of soms wel eens 50 jaar de laatste centjes terugkrijgen, dan moeten wij ons als over- heid ergens generen over de wijze waarop wij van het vertrouwen van de geldgevers hebben misbruik gemaakt. Ik meen dat het goed is deze zaak ook van die kant te bezien." De voorzitter: ,,Het lijkt mij beter dit onderwerp te beperken." De heer Enschedé: ,,Hoewel mijn fractie vooral wat het subsidiebe- leid betreft, altijd kritisch is ingesteld, kan ik instemmen met de ziens- wijze van de wethouder voor de sportzaken met betrekking tot het sub- sidiëren van de jeugdsport omdat de ontwikkeling van de stedebouw, de omgeving waarin wij wonen, dat vereist. Als ik nog eens praat met men-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 35