323
12 december 1968
sen die b.v. 40 jaar geleden in deze gemeente hun jeugd beleefden, dan
hebben zij het steeds over de vele vrije terreinen waar zij konden spelen
en waar zij van alles konden beleven en doen. AIs men geen eigen tuin
heeft waar de kinderen kunnen spelen, dan moet men hen, als men ze niet
tot baldadigheid e.d. wil laten komen, wel lid laten worden van sportvereni-
gingen die een gezonde vrijetijdsbesteding mogelijk maken. Met subsidië-
ring van dergelijke verenigingen kan ik mij dan ook zeer wel verenigen.
Wethouder Corver heeft laten uitkomen dat landelijk beslist zou moeten
worden over samenwerking van partijen in deze raad. Als de partijen in
deze raad menen te moeten samenwerken, dan wordt het besluit daartoe
zelfstandig genomen. De landelijke organen hebben daar niets mee te ma-
ken.
De wethouder van openbare werken heeft gezegd dat het vaststellen van
de tracé's van de doorgaande verbindingen een moeilijke zaak is die ge-
wikt en gewogen moet worden omdat er zovele belangen voor en tegen
aan vastzitten. Er zijn aan ieder plan belangen voor en tegen verbonden
en er zullen altijd stemmen opgaan die bezwaren tegen de plannen heb-
ben. Ik dacht dat het een staal van goed regeren zou zijn als men, na wel-
overwogen de voor- en nadelen te hebben afgewogen, ook eens tot een be-
sluit komt. Ik heb in mijn algemene beschouwing al gesteld, en dat is
van de zijde van het college bevestigd, dat juist de verbindingen met de
Velser tunnel ernstig te wensen overlaten en onverantwoordelijk zijn ach-
tergebleven.
Ik wil met een beeld uit het varen eindigen. Als men in de mist vaart
en men komt opeens een ton tegen, dan is het zaak om snel te wikken en te
wegen aan welke kant van die ton men voorbij moet, omdat het anders
heel gemakkelijk gebeurt dat door de stroom van de tijd, de stroom van de
omstandigheden, het schip tegen de ton aandrijft. Dat geeft dan een ge-
weldige klap en het zinken is nabij. Ik hoop dat het zö niet zal gaan maar
dat het schip van de gemeente varende zal blijven op de goede koers."
De heer Verkouw zegt: ,,Mij kwam gisteren een kort artikeltje onder
de ogen van professor Verdam dat hij wijdde aan wijlen prof. mr. Anema,
de bekende senator uit de Eerste Kamer. Prof. Verdam schrijft daar-
in: „In de Eerste Kamer beheerste professor Anema zijn kritisch gemoed
door zijn redevoeringen zwaar voor te bereiden en door nooit te replice-
ren." Dat kritische gemoed is er bij mij ook wel maar ik kan mij niet
de weelde veroorloven nooit te repliceren. Wel ben ik van mening dat de
kritieken nu beperkt moeten blijven, al was het maar uit respect voor onze
mederaadsleden die toch ook graag aan bod willen komen. Wij hebben nu de
te behandelen punten aangestipt, maar die moeten morgen worden uitge-
diept in de breedte, de lengte en de diepte. Vandaar dat ik in telegram-
stijl zal antwoorden.
Met genoegen heb ik gehoord dat het college zich reeds over de circu-
laire van gedeputeerde staten heeft beraden en dat er contact zal worden
gezocht met de plaatselijke bankinstellingen. Ik dacht dat de gemeente ook
nog de mogelijkheid had om met haar vroegere geldgevers in contact te
treden. De meeste gemeenten hadden in het verleden, toen zij nog vrij op
ae markt konden lenen, bepaalde relaties waartoe men zich bij het sluiten
van een lening wendde. Op grond van die vroegere relaties kan de ge-
meente zich weer tot deze geldgevers wenden. Ik meen dat de gemeente
Haarlem dit ook met succes heeft gedaan en inmiddels een lening van 5
miljoen heeft gesloten.
Zowel de wethouder van financiën als de burgemeester hebben nog even
de zalennood in de gemeente aangestipt welke ontstaan is door het slui-
ten van het Minerva-theater. Ik mag u er wel op voorbereiden dat mijn
fractie daar morgen nog uitvoerig op terug hoopt te komen.
Wethouder van Wijk kan ik ook al aankondigen dat hij zich kan pre-
pareren op een debat over de doorstroming, de nota over het woningbe-
