325
12 december 1968
raden het boekje van professor Kraemer over „Christendom en Huma-
nisme" eens te lezen, de peilers waarop de europese beschaving is ge-
bouwd. Professor Kraemer was ook een man van de P.v.d.A. Ik denk
aan Karl Barth, nu pas overleden, die grote invloed heeft uitgeoefend
op de kerk waartoe de heer Enschedé behoort. Barth, waarvan sommigen
hebben gezegd dat hij vergeleken kan worden met Augustinus, Thomas van
Aquino, Luther en Calvijn, was sociaal democraat. Enkele dingen om
ook eens over na te denken meneer Enschedé. U weet van het samen-
gaan van de K.V.P., A.R.P. en C.H.U. en u hebt ook gelezen hoe de och-
tendbladen gegonsd hebben en hoe ontzettend boos de A.R.-radicalen zijn
over wat er thans gaande is. Nogmaals, wij kennen allemaal deze
spanningen, natuurlijk, die blijven en moeten biijven, maar wij zullen samen
voortgaan en hopen dat uit de botsing der meningen het goede naar voren
zal komen.
De heer Enschedé heeft gezegd dat hij zo blij is met een komende
verruiming van het plaatselijk belastinggebied waarbij wij weer de situa-
tie zouden krijgen dat elke gemeente haar eigen belastingen heft en dat
wij met wat andere gemeenten doen niets te maken hebben. Heb ik dat
verkeerd begrepen Ik dacht niet dat ik het mis had, maar dat is dan voor
morgenavond bij het diner.
De heer Bomans heeft bezwaar tegen twee subsidies n.l. een van 100,
en een van 600,Op een subsidiepakket van bijna 400.000,zou dat
neerkomen op een bezuiniging van 700,Ik zou respeet voor de heer
Bomans hebben als hij de moed zou hebben ook tegenover de kiezers te
zeggen: „nu gaan wij de subsidie voor het Groene Kruis, Consultatie-
bureaux, gezinszorg, jeugdwerk, schrappen." Dat zou zoden aan de dijk
zetten maar met 600,doen wij niets."
De heer Bomans: ,,Ik vind het jammer dat zowel de heer Verbouw als de
heer Corver op voorbeelden ingaan. Ik heb n.l. duidelijk gezegd dat deze
twee subsidies illustratief waren. Het gaat mij niet om die paar honderd
gulden. Ik meen dat ik dat toch duidelijk in mijn algemene beschouwing
naar voren heb gebracht. Ik zou in het algemeen willen stellen, dat ik het
jammer vind, kritiek hebbende op het hoge subsidiepakket, dat er nu nog
weer 63.000,bijkomt. Misschien kan de heer Verkouw, nu ik het zö zeg,
er nog enig respect voor opbrengen.
De heer Corver heeft een vraagteken gezet achter mijn bewering dat
de ambtenaren een bevoorrechte klasse vormen. Ik vind het in zekere zin
jammer dat de heer Corver daarop terugkomt want ik heb geen behoef-
te nog eens te herhalen wat ik in mijn algemene beschouwing reeds heb
opgemerkt. Ik zou wêl willen zeggen dat ik de ambtenaren inderdaad
een bevoorrechte groep vind, mede door hun waardevast pensioen. Om
een eoncreet voorbeeld te geven in de gemeente Heemstede, diene dat 180
gezinnen de huur van de nieuwe flats niet kunnen betalen. Als ik dan lees
dat er bij elkaar 68 flats voor ambtenaren worden gereserveerd dan vind
ik dat een zekere bevoorrechting. Ik benijd ze niet en ik vind het prettig
voor deze mensen, maar men moet niet zeggen dat die groep niet bevoor-
recht wordt of een groep is waar men medelijden mee moet hebben.
Wethouder Corver deelt niet mijn ongerustheid over de stijging van de
vaste schuld met 2 miljoen. Ik geloof dat ik zowel de heer van Wijk als de
heer van Ark dankbaar moet zijn dat zij mij ten dele hebben beantwoord.
Ik ben er n.l. öök van overtuigd dat de lasten van de uit te voeren kapitaal-
werken mede door het nageslacht moeten worden gedragen Mijn bedoeling
is geweest te betogen, dat wij moeten proberen zomin mogelijk uitgaven te
doen, dus een zuinig beleid te voeren. Ik geloof dat ik het recht heb dat te
vragen. In hoeverre men het daar niet mee eens is, is misschien een kwestie
van smaak. Ik geloof dat we in deze dikwijls kunnen zeggen dat het ge-
woon een mentaliteitsverschil is.