12 december 1968
328
steld. Vrijheid die anders is, gaat naar losbandigheid. Maar hier ga ik
niet dieper op in. Het is trouwens geen collegebeschouwing maar meer
of min een beschouwing van mij in privé, hoewel ik weet dat het college
hier grotendeels achter staat.
Verder merkte de heer Enschedé op, dat de tracé's van de doorgaan-
de wegen weioverwogen moeten zijn. Ja, daar heb je het nu. In zijn ge-
dachtengang gaat men toch weer overwegen en wêl overwegen. Overwe-
gen zal dus nodig blijven. Daarbij zal ook Heemstede waakzaam moeten
blijven met betrekking tot de vaststelling waar die wegen komen. Maar
persoonlijk, en ik dacht ook weer met mij het college, zeg ik op een ge-
geven ogenblik toch wel, nou in vredesnaam, dat offer moeten wij dan
maar brengen want dan kômt er tenminste een weg.
Over de doorstroming gaan wij morgen praten. Ik wil even opmerken
dat dit een zaak is zowel van huisvesting als van volkshuisvesting. Op
mjjn spreekuur bemerk ik altijd weer dat het publiek deze twee zaken
door elkaar haalt omdat men denkt dat volkshuisvesting gaat over de
totale huisvesting. Uiteraard zeg ik niet dat men niet bij mij moet zijn,
maar ik zeg dat men ook bij de burgemeester moet zijn. Ik sta de be-
zoekers echter te woord en zo kunnen wij tezamen en in vereniging deze
mensen wei opvangen.
Met de heer Verkouw ben ik het eens dat, ook al zal men met de in-
spraak met betrekking tot bestemmingsplannen met argumenten komen
afgestemd op het eigenbelang, daar toch het weerwoord van het gemeen-
tebestuur op zal volgen. Het kan alleen maar de iucht kiaren. Het coliege
is met mij volledig voor vroeg en zoveei mogelijk overleg met de burgerij,
met alle betrokkenen, bij elke uitbreiding en allerlei andere zaken van de
gemeente. De burgerij is tenslotte zelf de gemeente; wij zijn hun ver-
tegenwoordigers.
De heer Bomans heeft nog iets gezegd over het toewijzen van woningen
aan ambtenaren. Toen dit grote contingent woningwetwoningen werd
toegewezen is bij voorbaat de voorwaarde gesteld, dat er bepaalde aan-
tallen woningen voor de ambtenaren van de provincie en het departement
van defensie beschikbaar moesten worden gesteld. De gemeente zou dit
grote contingent woningen nooit hebben gekregen wanneer burgemeester
en wethouders zich niet tevoren daartoe hadden verbonden. Mensen die bij
de provincie werken stootten bij hun huisvesting vaak hun neus omdat zij
niet aan een gemeente economisch gebonden zijn. Zo iemand is econo-
misch gebonden aan de provincie Noord-Holland, maar in welke plaats
moet hij dan gaan wonen? Ik vind het een zaak van wijs beleid dat men
van overheidswege maatregelen heeft genomen om deze ambtenaren aan
huisvesting te helpen."
Wethouder mevr van der Meulen: „De heer Willemse zegt dat ik hem
verkeerd zou hebben begrepen omdat ik dacht dat hij veronderstelde dat
de bijzondere scholen niet vrij zouden zijn om zich tot de Haarlemse stich-
tingen te wenden waartoe zij zich tot nu toe hebben gewend. Daar zijn zij
natuurlijk volkomen vrij in, maar het is wel zo, dat dit de gemeente niet
meer mag kosten dan het zou gekost hebben wanneer het onderzoek door
de Stichting Geestelijke Volksgezondheid van Alkmaar zou zijn gedaan.
Ik geloof dat dit het antwoord op de vraag van de heer Willemse moet
zijn."
Wethouder Verhoeven: ,,De heer Willemse heeft gevraagd wat de kos-
ten per geplaatste gasmeter in de flats zijn plus aanlegkosten. Misschien
herinnert hij zich, dat in 1966 de minister van economische zaken heeft
uitgerekend dat de distributiekosten per aansluiting 75,waren. Ik
heb het nu over gas. Die zijn volgens het jaarverslag over 1967 gestegen
tot 80,Een nu gemaakte globale berekening komt uit op 97,per
aansluiting. Er zit hier echter een vals element tussen n.l., een bepaal-