tf/ 144 2e afd. 13 december 1968 hoofdzaak te worden toegeschreven aan de raming in de begroting van be- dragen groot resp. f 3.900,voor het vernieuwen der goten van de Craye- nesterschool en f 8.600,voor het betegelen van het plein bij die school. Het totaal ad 12.500,betekent ongeveer f 20,per leerling. Uitkeringen uit het gemeentefonds Zoals reeds eerder werd gereleveerd ondergaat de uitkering uit het ge- meentefonds terzake van het lager onderwijs, doordat de kosten van het m.a.v.o. door normvergoedingen van het rijk zullen worden gedekt, een be- langrijke verlaging. Zij wordt thans geraamd op f 485.497,50. De kosten, waarvoor deze uitkering een vergoeding beoogt te zijn, te weten die van het basisonderwijs en van het buitengewoon onderwijs, worden in de begroting in totaal geraamd op f 609.195,13, een tekort derhalve van f 123.697,63. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft zich blijkens zijn circuiaire van 28 juni j.l. bij de vaststelling van de normbedragen voor de onderwijs- uitkering gebaseerd op een geraamde kostenverhoging in 1969 ten opzichte van 1968 wegens algemene loon- en prijsstijgingen ten belope VEin 5%. Anderzijds kan volgens de bewindsman een reële bezuiniging op de onder- wijskosten worden bereikt van 3%, zodat uiteindelijk de voorlopige norm- bedragen circa 2% hoger zijn gesteld dan voor 1968 was bepaald. Niet dui- delijk wordt gemaakt op welke wijze deze reële bezuiniging zou kunnen worden bereikt. In een circulaire van dezelfde datum doet de Minister mededelingen over de uitkeringspercentages voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor 1967 en 1968 en over het in de begroting voor 1969 te ramen voorlopige uitkeringspercentage. Dit laatste percentage is bepaald op 208. Er is hier- bij rekening gehouden met het effect van een algemene prijsstijging van 3%. Ook dit jaar wordt weer uitdrukkelijk gesteld, dat in de loop van het begrotingsjaar niet op een verhoging der uitkering gerekend mag worden. Een verhoging zal alleen in overweging worden genomen bij algemene loon- en salarismaatregelen. Hoofdstuk XIV Als gevoig van het nog steeds hoge rentepercentage voor vaste geld- leningen diende het rente-omslagpercentage andermaal te worden verhoogd en wel van 5%% tot 6%. Het feit, dat reeds lang lopende geldleningen met een laag rentepercentage geleidelijk afgelost worden en daardoor een steeds kleiner deel van het totaal der leningschuld gaan uitmaken draagt mede tot de verhoging van het rente-omslagpereentage bij. Tenslotte delen wij U nog mede, dat, naar aanleiding van een bij de be- handeling der begrotingen voor het vorig jaar uit Uw raad naar voren ge- komen verzoek, bij de begrotingsstukken ditmaal enkele grafieken zijn ge- voegd. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, J. M. Kruitwagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 11