39
27 februari 1969
echter burgemeester en wethouders, die met de voorbereiding van de
plannen zijn belast, in staat stellen al die onderzoeken te doen instellen
die nodig zijn om tot verantwoorde voorstellen te komen. De raad moet
zich ook realiseren dat het beltterrein geen eigendom van de gemeente is.
Wellicht moet het terrein nog in de oorspronkelijke staat wordenopgeleverd.
Naar aanleiding van het gesprokene door de heer Kuiper merkt spreker
op, dat al eens een besluit door de raad is genomen met betrekking tot
de aanleg van een jachthaven en het ophogen van terreinen in bestem-
mingsplannen met zand afkomstig van het beltterrein waarna het vuilnis
zou zakken. Die plannen zijn niet doorgegaan. Spreker mag aannemen dat
toen alle mogelijkheden zijn bekeken.
De heer De Ruiter wil vaststellen dat het goedkeuren van dit krediet
geen enkel oordeel inhoudt over de toekomstige bestemming van het
beltterrein.
De voorzitter: „Alles is vrijblijvend."
De heer Verkouw meent dat burgemeester en wethouders aan de toe-
komstige bestemming van het terrein toch wel een heel apart accent
hebben gegeven. Zij schrijven n.l.: „Toch zouden wij deze opiossing met
de hieraan verbonden kosten nader willen bestuderen. Indien sportvelden
kunnen worden aangelegd krijgt het terrein een zinvolle bestemming, het-
geen van de eerste aangeduide mogelijkheid niet kan worden gezegd."
Het college zegt dus als het ware: dat is het.
De voorzitter vindt dat nu typisch iets van de heer Verkouw die over
een woord valt. Eigenlijk had er moeten staan: „Indien sportvelden kun-
nen worden aangelegd zou het terrein een zinvolle bestemming krijgen"
De heer Verkouw: „Akkoord."
De heer Bomans vraagt of de ventweg langs de Cruquiusweg blijft be-
staan. Als dat zo is dan is z.i. de moeilijkheid die de heer Scheer ziet voor
een deel opgevangen, want dan kan men via de ventweg bij die terreinen
komen.
De voorzitter: „U bent alweer een stuk verder."
De heer Scheer: „Het is toch algemeen bekend dat de Cruquiusweg op
dubbele breedte zal worden gebracht."
De voorzitter: „Burgemeester en wethouders hebben al een brief doen
uitgaan aan de eigenaar van de betreffende grond, teneinde de ventweg te
kunnen doen verlengen."
De heer Scheer: „Als dat waar is en als dat kan in verband met de ver-
breding van de Cruquiusweg, vervalt een deel van mijn bezwaar; maar ik
zie het toch nog altijd als een bezwaar."
De heer Van den Briel gelooft dat de inlichtingen die het college
zal vragen, ook moeten inhouden dat tevoren met politie en provincie
contact wordt opgenomen over de vraag hoe hun opvatting over de be-
stemming van dit terrein is. Als dat gebeurt gelooft spreker dat het
krediet van 7000,wel degelijk nut zal hebben.
De heer Willemse merkt op dat een krediet van 7000,voor het voor-
bereiden van een dergelijk project zeker verantwoord is. De raad kan
moeilijk over plannen oordelen wanneer hij niet weet welke mogelijkheden
er zijn en deze mogelijkheden kunnen pas goed beoordeeld worden wan-
neer daamaar een gedegen onderzoek is ingesteld. De voorzitter heeft
het woord „sportvelden" genoemd maar er zijn natuurlijk nog diverse
andere bestemmingsmogelijkheden waarvoor het even noodzakelijk is te
weten hoe het met de bodem gesteld is.