53 27 maart 1969 het parkeren eigenlijk op dit moment pas in diens gedachten is gekomen en dat hij zich heeft laten verleiden om binnen een minuut te concluderen dat dit geen aanvaardbare propositie is. Spreker meent dat het niet ver- standig is op zô'n korte termijn een zö belanigrijk besluit te nemen. Hij zou er voor voelen voor te stelien de wethouder nog een maand de tijd te geven deze zaak nog eens terdege te bekijken en hierover het advies van openbare werken in te winnen. Wanneer spreker zo hoort wat er met be- trekking tot parkeren en keren en achteruit- en uitrijden is gezegd, dan gelooft hij dat het verstandig is de beslissing een maand uit te stellen. De heer Verkouw moet zeggen dat deze gedachte hem wei aanspreekt. Wanneer het om een maand gaat vindt hij het de moeite waard om deze kwestie nader te onderzoeken. De heer Verhoeven wil ondanks dat de kwestie van het parkeren en het keren van auto's niet op zijn terrein ligt, er wel iets van zeggen. Spreker meent dat wethouder van Wijk heeft gezegd dat men achteruit de Brabant- laan kan indraaien om te keren. Spreker gelooft dat dat niet het geval is en dat zal wethouder van Wijk trouwens nog wel zeggen. Spreker meent dat de beslissing over het voorstel van het college niet een maand moet worden uitgesteld. Met de eigenaren van de aanliggende gronden is over- eenstemming bereikt over de verkoop. De bezwaren betreffende het par- kerendie burgemeester en wethouders toch wel overwogen hebben, al denkt de hear Enschedé van niet acht spreker gering. Wethouder Van Wijk antwoordt dat diverse bedrijven gelegen aan de Raadhuisstraat nu aan de achterzijde een weg krijgen en dat het de be- doeling is dat er ingangen komen naar de respectievelijke tuinen en ter- reinen, zodat gevoegelijk kan worden aangenomen dat zij ook van die ingang gebruik zullen maken om op eigen terrein hun auto te plaatsen. Voor die bewoners is het parkeerprobleem niet zo groot. Vele van die ingangen zullen zö groot zijn dat rustig in en op die terreinen een auto kan worden gekeerd. Er zal een enkele auto bij zijn die de Brabantlaan zal moeten zoeken om daar zijn draai te nemen hetgeen spreker echter niet overmatig bezwaarlijk voorkomt. Spreker ziet nog steeds niet in dat het te verkopen terrein regelmatig als parkeerterrein zal worden gebruikt zodanig dat daar schuin opgestelde auto's naast elkaar zullen staan. Men kan het hopen en verwachten maar persooniijk veirwacht spreker het niet. De ervaring van openbare werken is, dat alie braakliggende terrein- tjes voor allerlei doeleinden worden gebruikt en openbare werken vreest sterk dat dit hier ook het geval zal zijn. Een maand uitstel is niet over- matig bezwaarlijk maar spreker dacht niet dat er zich dan nieuwe ge- zichtspunten zullen voordoen, en dan zou men kunnen vragen waar die maand uitstel dan voor nodig is. De voorzitter vindt het helemaal niet nodig om de beslissing uit te stel- len.Er is gevraagd waarom de aan te leggen weg niet wordt doorgetrok- ken. Dit is met opzet niet gedaan in verband met de verkeersveiligheid omdat de weg dan vlak bij de IJzeren Brug zal uitkomen. De raad weet dat ter plaatse een paar bouwvallige huizen zijn afgebroken. Het is de bedoeling dat het vrijgekomen terrein later zal worden bebouwd. Het voor- stel van burgemeester en wethouders is zo simpel mogelijk. Diverse be- drijven aan de Raadhuisstraat willen graag een achteringang en waarom zou aan dit verlangen niet worden tegemoet gekomen De heer Bomans blijft het scheppen van de mogelijkheid om ter plaat- se te parkeren, gewenst achten. Hij vindt ook dat de aanleg van een plein- tje, zoals hij dat gesuggereerd heeft, een mooie gelegenheid biedt daar een ventweg te maken. Wethouder Van Wijk wil aan het door hem gesprokene toevoegen dat binnenkort in de Provinciënbuurt parkeerhavens zullen worden aangelegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 12