- 55 27 maart 1969 De heer Scheer vraagt de bevestiging van de betreffende wethouder dat bestaande antennes kunnen worden gehandhaafd. Wethouder Van Wijk meent dat al eerder is uitgemaakt dat bestaande antennes's gehandhaafd mogen worden. Wel zal de aansluitingsmogelijk- heid op de centrale antenne worden gemaakt. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. XIII. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BETREFFENDE DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN EEN TE STICHTEN REGIONALE POLITIESCHOOL NOORD-HOLLAND. GARANTE GELDLENING „POLITIE OPLEIDINGSSCHOOL NOORD-HOLLAND". Het voorstel met ontwerp-besluiten is opgenomen in de gedrukte stuk- ken onder volgno. 41a. Gemeenschappelijke regeling Regionale Politieschool Noord-Holland. 41,b. Gemeenschappelijke regeling Regionale Politieschool Noord-Holland. De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de financiën zich hier- mede kan verenigen. De heer Bomans zegt dat uit de motivering van het voorstel blijkt dat de jeugdige leeftijd van de adspiranten een der hoofdmotieven voor de stichting van het inteirnaat is. Spreker betreurt het dat juist Amsterdam als plaats van vestiging van de politieschool is aangewezen. Nu Cios vrijkomt, waar zeifs een sehietbaan aanwezig is, betreurt spreker dit te- meer. Zijn eerste vraag luidt, of de candidaten voor het merendeel 17-jari- gen zijn. De intemaatopleiding als zodanig komt hem bezwaarlijk voor. Wij leven in de jaren van de medemenselijkheid. Dientengevolge worden internaten vooir studenten in philosophie en theologie gesloten en laat men de studenten dier huizen aan universiteiten studeren. Dit voorstel wekt de indruk dat voor de politie de klok wordt temggezet. Is het aantal adspi- ranten van 17 jaar zo groot dat in verband met die leeftijd er een inter- naat moet komen? En ais er dan een internaat moet komen is de aan- koop van Cios dan bepaald uitgesloten Indien de vestiging van de politie- school in Amsterdam moet geschieden omdat deze stad de meeste candi- daten leveirt, dan is spreker er een voorstander van dat Amsterdam een eigen opleiding heeft en de andere gemeenten aan Cios de voorkeur ge- ven. De leerlingen worden dan wel niet geconfronteerd met de specifieke moeilijkheden van de hoofdstad doch spreker ziet de noodzaak daarvan niet omdat de leerlingen die grootstad ook niet als hun werkterrein zul- len verkiezen. Tenslotte vraagt spreker wat in de aanhef van de inleiding verstaan moet worden onder „politiescholen annex internaat". Is er een tussenvorm mogelijk? De heer Van der Hulst vraagt welke gemeenten in Noord-Holland, die geen rijkspolitie hebben, niet aan deze gemeenschappelijke regeling mee- doen. De voorzitter: „A1 die gemeenten doen mee." De voorzitter zegt dat de heer Bomans met een geweldig aplomb heeft gesproken. Spreker denkt dat de heer Bomans vooraf een studie heeft ge- maakt van alle eisen die aan de opleiding en aan de ruimten die beschik- baar moeten zijn een studie heeft gemaakt, want anders kcin spreker zich niet voorstellen dat een raadslid bout portant, zonder nader onder- zoek, zijn mening hierover kan zeggen. Uit hetgeen de heer Bomans naar voren heeft gebracht blijkt, dat de heer Bamans geen onderzoek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 14