59
27 maart 1969
zij zullen misschien hobby's hebben en vooroordelen, maar spreker heeft er
nog weinig van kunnen ontdekken. Spreker weet dat de commissie aan
zware kritiek bloot staat maar hij weet ook dat zij met haar tijd meegaat
en zoveel mogelijk de architecten de vrije hand laat. Spreker heeft met
betrekking tot de bungalowbouw in het Centrumplan ontwerpen gezien
waarvan men denkt: dat iemand dât hebben wil, want ik zie niet goed
waar zij de meubels moeten laten met al die ramen. Dan zegt de commis-
sie- meneer stelt u zich voor dat de familie een bankstel heeft, waar
moet' dat geplaatst worden met overal ramen en met schuine rails, enz."
Men maakt van alles mee wat op zichzelf heel leerzaam is. Maar sommige
mensen zien het niet en anderen grijpen dankbaar naar het potlood en zeg-
gen: „goed dan doe ik het zo". Spreker meent dat door de commissie veel
en goed werk wordt gedaan. De commissie is objectief in haar beoordeling
en gaat niet uit van één bepaalde smaak. Bovendien bestaat de commis-
sie uit drie leden met natuurlijk drie smaken. De een is een beetje meer
zus en de ander een beetje meer zo. Dat zit er natuurlijk allemaal in.
Burgemeester en wethouders hebben recent ervaren dat het niet zo ge-
makkelijk is om voor deze commissie leden te vinden. Burgemeester en
wethouders zien, als het even kan, liefst leden van buiten de gemeente be-
noemd want het is belangrijk dat de leden zo min mogelijk bij het bouwen
in de gemeente betrokken zijn. Destijds is een lid der commissie dat bui-
ten de gemeente woonde, in de gemeente komen wonen. Dat is dan ge-
beurd en daaruit is geen narigheid voortgevloeid.
Het college vindt een zittingsperiode van 10 jaar absoluut met te lang.
Tien jaar gaan snel voorbij. Burgemeester en wethouders weten nu, spreker
zei het reeds, dat het niet zo gemakkelijk is leden te vinden, zodat burge-
meester en wethouders naar hun gevoelen een juist voorstel hebben ge-
daan. Zoals de heer de Ruiter terecht heeft opgemerkt behoeven de leden
geen 10 jaar te worden gehandhaafd. Als de kritiek werkelijk zodanig
Wordt dat er toch wel iets in moet zitten, dan kan de raad tot niet-
herbenoeming overgaan. Het wil burgemeester en wethouders voorkomen
dat 10 jaar een juiste termijn is en dat daarmee wordt tegemoet gekomen
aan het streven om doorstroming te verkrijgen. Ergens moet een termijn
worden gesteld. Vier jaar vindt het college veel tekort. Spreker ziet het al
dat om de 4 jaar nieuwe leden moeten worden aangezocht. Nu zrjn twee
architecten aangezocht, éën in de plaats van de heer Stevens en één als
plaatsvervangend lid. Hiervan heeft er een al weer bedankt. Gelukkig heett
de heer Brakel zich bereid verklaard een benoeming te aanvaarden. Burge-
meester en wethouders trachten nu weer een plaatsvervangend lid te
vinden. Spreker kan het voorstel van burgemeester en wethouders van
harte aanbevelen.
De heer Rücker zegt dat de wethouder op de hem eigen joyeuze manier
het voorstel van burgemeester en wethouders heeft verdedigd. Spreker
heeft daar veel respeot voor en er zit in de argumenten van de wethouder
zeer veel positiefs en waars. Op één punt kan spreker het beslist met
met hem eens zijn en het is dan tevens een bestrijding van hetgeen de
heer de Ruiter stelt. Wanneer gesteld wordt dat de leden weliswaar voor
een bepaalde periode worden benoemd maar dat de raad altijd de be-
voegdheid heeft hen eventueel niet te herbenoemen, dan is dat in sprekers
oog een procedure die hij principieel heel weinig acceptabel acht. Toen
destijds de wenselijkheid aan de orde kwam om wat meeir roulering in de
samenstelling van de welstandscommissie te brengen, is door de raad de
gedachte aanvaard dat naar een zödanige oplossing moest worden ge-
streefd, dat het formeel noodzakelijk is om te wisselen, waardoor men
ook bepaalde gevoeligheden bij voorbaat uit de weg gaat. Dat lijkt spreker
met betrekking tot de samenstelling van de welstandscommissie een
zeer positief iets.