61 27 maart 1969 de ideeën zijn gekomen en daarbij zijn gebleven. Dat is niet waar. Deze mensen gaan volkomen met de ontwikkeling mee en staan op hetzelfde plan zo niet hoger dan de mensen die met die nieuwe ideeën zouden komen; die frisse ideeën hebben zij zelf ook. Zij ontwerpen niet, zij beoordelen de nieuwe ideeën. Zij oordelen naar de maatstaf „niet-onaanvaardbaar". Als het even kan laat men bouwen want dat is tenslotte een zaak van de opdrachtgever en van degene die wil experimenteren. Spreker ziet het een puinhoop worden als om de 4 jaar de commissie zou worden vernieuwd. De commissie moet compleet zijn maar als men dat tot iedere prijs moet bereiken dan wordt het een samenraapsel. Vier jaar is een veel te korte termijn die in de praktijk bepaald niet opgaat. Mevr. Cohen merkt op dat de bewering van de wethouder, dat het een puinhoop zou worden als de commissie iedere 4 jaar zou worden ver- nieuwd, betekent, dat het haast overal in het land een puinhoop is behalve in Heemstede. De door burgemeester en wethouders voorgestelde termijn is uitermate lang. De voorzitter gelooft dat niet moet worden bepaald dat de samen- stelling van de welstandscommissie iedere 4 jaar moet worden vernieuwd, want dan zou het kunnen gebeuren dat men op een zeker ogenblik niet de geschikte mensen zou kunnen krijgen. Er zullen altijd wel architecten voor de welstandscommissie te krijgen zijn, maar het gaat er om dat zij ook voor dat werk capabel zijn en die moet men zoeken. Uit de voordracht blijkt al dat dit moeilijk is want zij vermeldt slechts één naam terwijl het er twee moeten zijn. De heer De Ruiter frappeert het dat er zo iang gepraat wordt over de termijn van 4 of 10 jaar voor een lid van de welstandscommissie, ter- wijl er nooit gesproken is over de termijn waarvoor de stedebouwkundige wordt benoemd. De laatste jaren is onder de werking van de nieuwe wet ruimtelijke ordening de samenhang tussen de stedebouw en de archi- tectuur veel nauwer geworden dan die vroeger was. Zelfs al zou de B.N.A. van mening zijn dat 5 jaar een geschikte termijn is, dan wil spreker dit kenmerken als een historische opvatting, die door de gelukkig veel be- tere en meer moderne aanpak waarop tegenwoordig bestemmingsplan- nen tot stand komen, volstrekt achterhaald is. Spreker acht het bijzonder ongewenst bij een dergelijke ontwikkeling te vaak van welstandscommis- sie te wisselen, terwijl de stedebouwkundige, normaal gesproken, dezelfde blijft. Dat is voor spreker een argument temeer om het voorstel van bur- gemeester en wethouders te steunen. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. De voorzitter verzoekt de heren de Ruiter en Van Berckel met hem het bureau van stemopneming te vormen. Uit de gehouden stemming blijkt dat de heer H. W. Brakel is benoemd en de heren H. W. van Kempen en L. H. P. Waterman zijn herbenoemd tot leden van de welstandscommissie, allen met algemene stemmen. XV. BEGROTINGSWIJZIGINGEN 1969. a. besluit modei D no. 5 tot wijziging van de gemeentebegroting dienst- jaar 1969, aangevende voor de gewone dienst in inkomsten een ver- meerdering van 5.417,60 en in uitgaven een vermeerdering van 18.479,20 en een vermindering van f 13.061,60 envoorde kapitaaldienst in inkomsten een vermeerdering van f 3.648,en in uitgaven een ver- meerdering van 26.400, b. besluit model D no. 6 tot wijziging van de gemeentebegroting dienst-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 20