65
27 maart 1969
Biljartkoepel Groenendaal.
De heer Van Berckel zegt een tarief te hebben ontvangen van de heer
Willem Snitker inzake het gebruik van het theehuisje in Groenendaal.
Een afschrift van deze brief is gezonden aan mr. A. G. A. ridder van Rap-
pard, mr. van Wijk, de heer Corver, de heer Verhoeven, mevr. van der
Meulen, de heer Kruitwagen en de leden van de gemeenteraad. Het is
spreker opgevallen dat vele leden van de raad deze brief niet hebben ont-
vangen. Spreker vraagt of de voorzitter die brief heeft ontvangen.
De voorzitter antwoordt bevestigend. De brief was aan hem persoonlijk
geacLresseerd. Spreker neemt aan dat de brieven aan de wethouders ook
persoonlijk waren geadresseerd. Wanneer een brief aan spreker persoon-
lijk, dus niet in zijn functie, wordt gezonden, dan is hij niet verplicht
deze brief ter kennis te brengen of over te leggen aan de raad. De brief
was niet gericht aan de raad zoals het had moeten zijn. Deze zaak is
wel in het college besproken en burgemeester en wethouders hebben een
onderzoek naar de toestand van het gebouwtje doen instellen. Zij be-
treuren het n.l. altijd wanneer iets niet gerestaureerd kan worden. Bur-
gemeester en wethouders hebben van openbare werken bericht gekregen dat
de verzakkingen van het gebouw doorzetten, dat de toestand gevaarlijk
wordt en dat een eventuele restauratie meer dan een ton zou kosten. Omdat
het gebouw op de monumentenlijst staat hebben burgemeester en wet-
houders zich tot Monumentenzorg gewend met het verzoek het te mogen
afbreken. Burgemeester en wethouders achten het niet verantwoord het
gebouw te restaureren terwijl het hoogstwaarschijnlijk niet te houden is.
De heer Van Berckel zou het bijzonder betreuren als dit gebouw zou
worden afgebroken temeer omdat ook de Belvédêre al is afgebroken. Spre-
ker wil nu niet op het voorstel van de heer Snitker ingaan omdat hij niet
weet of dat te realiseren is. Hij kan zich haast niet voorstellen dat
restauratie van dit gebouw een ton zal kosten. Als men het nieuw zou
bouwen zou het zeker dat bedrag niet kosten.
De voorzitter antwoordt dat burgemeester en wethouders in deze af-
gaan op het uitgebrachte advies. Het gebouw is niet te houden, het verval
neemt hoe langer hoe meer toe, het wordt gevaarlijk, het kan niet.
De heer Van Berckel meent dat als het gebouw gevaar gaat opleveren
het natuurlijk zaak is dat er ingegrepen wordt. Spreker kan zich haast
niet voorstellen dat restauratie een dergelijk bedrag zal kosten.
De voorzitter antwoordt dat burgemeester en wethouders aan Monu-
mentenzorg hebben geschreven dat zij het plan hebben het gebouw te doen
afbreken. Monumentenzorg heeft toen laten weten dat dit zeker nog een
half jaar kan worden uitgesteld. Men zal een onderzoek instellen. Van het
resultaat daarvan wordt de raad op de hoogte gesteld.
Aanbesteding rioieringswerken Leeuw en Hooft.
De heer Van der Hulst vraagt wanneer het rioleringswerk in Leeuw en
Hooft 2e deel aanbesteed zal worden en of, mede gelet op de gunstige
resultaten van de aanbesteding van het bouwrijp maken van het Cen-
trumplan, meer dan één aannemer voor het inschrijven op dit werk zal
worden uitgenodigd.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat het in het voomemen van het colle-
ge ligt dit werk aan te besteden en dat door het college is besloten het
werk te doen uitvoeren door dezelfde aannemer die ook het eerste deel
heeft uitgevoerd.
De heer Van der Huist herinnert er aan dat bij de uitvoering van het