27 maart 1969 44 Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wathouders worden de stukken genoemd onder a t/m f, zonder hoofdelijke stemming, voor kennisgeving aangenomen. g. schrijven van gedeputeerde staten dd. 25 februari 1969 houdende toe- zending van een ontwerp-besluit tot wijziging van de Bezoldigingsrege- ling seoretarissen NoordnHolland 1967 met ingang van 1 januari 1969. Gedeputeerde staiten vragen hierover het gevoelen van de raad. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders verenigt de raad zich zonder hoofdelijke stemming, met de door gedeputeerde staten voorgenomen salarismaatregelen ten aanzien van de seoretarissen. h. schrijven burgemeester en wethouders dd. 28 februari 1969 no. 846, in- zake de kosten van het aanbrengen van secundaire lichten op de be- staande verkeerslichteninstallaties. De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders naar de noodzaak van deze maatregel een onderzoek hebben doen instellen maar van mening zijn daartoe nog niet te moeten overgaan. De heer Scheer heeft met grote verbazing van de inhoud van het schrijven van burgemeester en wethouders kennis genomen. Spreker wijst er op dat het hier niet gaat om een verkeers-technische maatregel maar om een maatregel van verkeersveiligheid. Spreker heeft destijds al gezegd en hij wü dat herhalen, dat in andere gemeenten wel geleidelijk secundai- re lichten worden aangebracht. Zoals burgemeester en wethouders schrij- ven kunnen deze lichten wel worden aangebracht en dat behoeft voor de gehele gemeente maar f 3600 te kosten. Burgemeester en wethouders klam- pen zich, om hun standpunt te rechtvaardigen, vast aan technisehe be- zwaren met betrekking tot het verkeerslichtenportaal aan de Herenweg. Spreker geeft toe dat die bezwaren er zijn, maar juist voor het verkeers- lichtenportaal aan de Herenweg acht spreker secundaire lichten niet van belang. De gemiddelde automobilist is er n.l. mee vertrouwd dat bij der- gelijke verkeerslichteninstallaties geen secundaire lichten worden gevoerd. Spreker herhaalt, dat automobilisten bij laagstaande zon moeite hebben met het behoorlijk onderscheiden van de rode lichten. Laag geplaatste se- cundaire licixten geven hiervoor een oplossing. Spreker vraagt buxge- meester en wethouders deze zaak nog eens te bezien. Het gaat om de veiligheid van het verkeer. Mevr. Cohen zegt dat de heer Scheer deze zaak bepleit in verband met het belang van de verkeersveiligheid. Spreeksters fractie is er van overtuigd dat dit belang niet zo groot is dat secundaire hchten moeten worden aangebracht. Haar fractie zou er wel voor willen pleiten bij nieuwe verkeerslichteninstallaties secundaire lichten aan te brengen. De voorzitter merkt op dat, wat mevr. Cohen heeft gezegd, de kern van de zaak raakt. Wanneer secundaire lichten werkelijk de verkeersveiligheid zouden verhogen dan spreekt het vanzelf dat burgemeester en wethouders met een voorstel zouden zijn gekomen om die lichten aan te brengen. De heer Scheer heeft nu wel met groot aplomb gezegd dat daardoor de verkeersveiligheid wordt bevorderd, en dat klinkt dan goed, maar dat is diens persoonlijke mening en daar staan andere meningen tegenover. De heer Scheer is het met mevr. Cohen helemaal niet eens. Voor auto- mobilisten met kleine auto's en speciaal met sportauto's, die laag gebouwd zijn, is het een dringende eis dat aan de verkeerspalen laag geplaatste secundaire lichten worden aangebracht. De voorzitter meent dat dit een verschil is in urgentiebepaling. Burge- meester en wethouders kunnen toezeggen dat bij het plaatsen van nieuwe verkeerslichten met de wens van de heer Scheer rekening zal worden ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 3