49
2e afd.
24 april 1969
le WIJZIGING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING
BETKEFFENDE EEN ZIEKTEKOSTENVOORZIENING TEN
BEHOEVE VAN AMBTENAREN IN DIENST VAN
GEMEENTEN IN NOORD-HOLLAND
De Raad der gemeente Heemstede;
BESLUIT:
overeenkomstig het voorstel van het bestuur van het Instituut Ziekte-
kostenvoorziening Ambtenaren (I.Z.A.) ten behoeve van het personeel in
dienst van gemeenten in de provincie Noord-Holland dd. 25 maart 1969,
te aanvaarden de volgende wijziging van de gemeenschappelijke regeling
betreffende een ziektekostenvoorziening ten behoeve van ambtenaren in
dienst van gemeenten in Noord-Holland (I.Z.A.-Regeling Noord-Holland),
gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant van 25 juni 1968, nr. 121:
I. Aan artikel 4, eerste lid, wordt toegevoegd een letter k, luidende:
„wethouders van een gemeente van 40.000 of meer inwoners;
voor de bepaling van het aantal inwoners is van toepassing artikel 4,
lid 1 der gemeentewet".
II. Artikel 7 onder letter c wordt als volgt gelezen:
„c. op de dag der schriftelijke opzegging door de in artikel 3, sub c,
d en e, omschreven deeinemers, respectievelijk door de wettelijke ver-
tegenwoordiger van de in dat artikel, sub f, omschreven deelnemers,
alsmede door de in artikel 4, eerste lid, omschreven deelnemers, met
dien verstande, dat deze opzegging ten aanzien van de krachtens het
eerste lid, sub a t/m e, j en k, van laatstgenoemd artikel toegelaten
deelnemers slechts kan geschieden met instemming van het gemeente-
bestuur, het bestuur van het lichaam, dan wel het bestuur van de in-
stelling en dan slechts vöôr 1 juli van het jaar met ingang van 1
januari daaraanvolgend;"
III. Artikel 10, lid 2, wordt vervangen door een nieuw tweede lid, luidende:
„voor degenen voor wie niet uit het bepaalde in het eerste lid een be-
zoldiging kan worden afgeleid, stelt het bestuur deze vast met inacht-
neming zoveel mogelijk van het eerste lid".
IV. Onder vernummering van het zesde lid van artikel 11 in lid 7, wordt
een nieuw zesde lid opgenomen luidende:
„6. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste, tweede en
vijfde lid draagt een als deelnemer toegelaten wethouder over een
kalenderjaar bij een bedrag, gelijk aan het volgens de begroting van
het instituut voor dat jaar gemiddeld aan bijdragen van de deel-
nemers, de gemeenten, de lichamen en de instellingen op te brengen
bedrag en stort de desbetreffende gemeente in de kas van het instituut
zoveel minder als de bijdrage van de wethouder meer bedraagt dan
het geval zou zijn, ware hier niet van het bepaalde in het eerste, tweede
en het vijfde lid afgeweken".
V. Deze wijziging treedt in werking op de eerste dag van de maand, vol-
gende op die waarin de bekendmaking ervan in de Nederlandse staats-
courant heeft plaats gevonden.
De secrebaris,
Heemstede, 24 april 1969.
De Raad voomoemd,
-Dawoorzitter,