106 26 juni 1969 gemeente. Grond en gebouwen zijn economische goederen en wanneer de gemeente voor belangrijke delen van haar grondgebied opnieuw voorbe- reidingsbesluiten tot herziening van bestemmingsplannen moet verlengen, dan betekent dat een economische verlamming. Het betekent, zoals burge- meester en wethouders ook schrijven, dat, wanneer een bouwvergunning wordt aangevraagd, burgemeester en wethouders die aanvraag moeten aanhouden totdat eindelijk het bestemmingsplan is aanvaard, en dat werkt verlammend. Spreker meent dat dit in deze tijd niet kan worden aan- vaard. Hij is het daarom volkomen met de heer Rücker eens dat hier wat aan gedaan moet worden. Het is spreker bekend dat het niet aan het col- lege ligt. Hij wil echter het college graag weer eens de stimulans geven om bij het hoger gezag aan te dringen op beslissingskracht. Zijn fractie heeft de indruk dat bij de provincie heel gemakkelijk wordt gezegd dat het uitstel aan de gemeenten zelf ligt omdat de gemeenten het niet met elkaar eens zijn en het niet eens kunnen worden. Spreker dacht juist dat de regeerkracht van de provincie moest blijken door, in geval gemeenten het niet samen eens kunnen worden omdat zij verschillende belangen hebben, op een gegeven moment de knoop door te hakken en een besluit te nemen 'en te zeggen zô wordt het. Dat is de taak van de hogere overheid. Anderzijds is het nodig dat de raad zich realiseert dat op de terreinen, op de tekening met rood omlijnd, toch niet gebouwd kan worden als het voorstel van burgemeester en wethouders niet wordt aanvaard. Daarom stelt het college sprekers fractie voor een dilemma omdat zijn fractie enerzijds tegen de economische verlamming in de betrokken gebieden is en anderzijds er van doordrongen is dat het niet gewenst is dat er ge- bouwd wordt in strijd met wat er waarschijnlijk in de plannen zal komen. Wanneer sprekers fractie deze voor- en nadelen tegen elkaar afweegt dan meent zij voor deze keer het voorstel van burgemeester en wethouders te moeten aanvaarden, maar spreker gelooft dat het college er rekening mee moet houden dat, als het volgend jaar weer hetzelfde voorstel ter tafel komt zijn fractie zal zeggen dat dit geen voorstellen zijn die passen in het têmpo van deze tijd. Zijn fractie zal dan de termijn waarbinnen îets gereed moet komen gaan bekorten. Spreker zou dus het college willen voorhouden te proberen bij het hoger gezag tot beslissingen te komen en de plannen waarvoor dat wêl mogelijk is met spoed uit te werken opdat die gedeelten der gemeente dan tenminste economisch tot gelding kunnen worden gebracht. De heer Smit zegt dat met betrekking tot de bestemmingsplannen het verkeer het grote vraagstuk is. Dat verkeert op het ogenblik in een hope- loze situatie. Laatstleden zaterdag is spreker om 10 uur langs de Heemst. Dreef gekomen. Het verkeer stond op de Zandvoortselaan, de Danckhorst- laan en de Heemsteedse Dreef, zelfs tot voorbij Hoofddorp, volkomen vast, terwijl de kranten nog melding maakten van een slechte bezetting van het circuit in Zandvoort. Als in de bestemmingsplannen weer gronden worden gereserveerd om wegen door Heemstede aan te leggen, terwijl er betere oplossingen zijn, dan hebben deze bestemmingsplannen totaal geen zin. In deze in voorbe- reiding zijnde bestemmingsplannen is het niet meer mogelijk iets te doen. De daarin aanwezige bedrijven worden in hun ontwikkeling belemmerd. In de commissievergadering heeft de wethouder toegezegd dat burgemees- ter en wethouders deze zaak soepel zullen bekijken. Spreker wil er daarom hier nog eens op aandringen dat, als dergelijke verzoeken worden gedaan, deze serieus door burgemeester en wethouders zullen worden bekeken en dat er dan een welwillend oor zal zijn bij burgemeester en wethouders. De heer va.n den Briel wil met betrekking tot de terreinen gelegen ten westen van de spoorlijn en ten noorden van de Zandvoortselaan, het vol- gende opmerken. Spreker wijst er op dat de gemeenteraad van Bloemen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 6