148
28 augnstus 1969
maar Ik geloof dat ik, als nestor van de raad, toch ook een klein beetje
het recht heb toegewezen gekregen om namens de raad tot mevr. Cohen
te spreken. Bn dan is dat natuurlijk een woord van afscheid maar ook een
woord van erkentelijkheid en dankbaarheid. Mevr. Cohen, u weet dat de
raad van Heemstede er voor bekend staat dat daar de politieke woelingen
niet groot zijn. Bn nu is het zo prettig dat ik hier kan zeggen dat, hoewel
wij allen een steentje daartoe hebben bijgedragen, mevr. Cohen wel in het
bijzonder er in geslaagd is de politieke woedigheid tegen te gaan. U hebt
nooit een blad voor de mond genomen. U hebt zelfs de raadsleden wel
eens geprikkeld doordat u voet bij stuk hield en to the point ging, maar
het gebeurde altijd op een wijze die een prettige weerspraak uitlokte. De
burgemeester heeft al een staat van dienst van u opgesomd, zodat ik daar
niet verder over hoef uit te weiden, maar de erkentelijkheid van uw mede-
raadsleden voor de prettige wijze waarop u onder ons hebt verkeerd, mag
ik hier toch wel even in woorden uitdrukken. Mevr. Cohen het gaat u goed
in uw nieuwe woonplaats." (applaus).
MevrCohen antwoordt: „M.d.V. Toen ik dit bedrijf begon heeft iemand,
die al lang in deze gemeente verkeerde, gezegd, ,,ze zal het wel leren
maar ze is veel te lief". Dat woord heb ik mij bijzonder hard aangetrok-
ken. Ik heb het als een uitdaging gevoeld, want ik geloof dat als iemand
in het politielte bedrijf wil slagen hij dat beslist niet moet zijn. Mijn streven
is dan ook geweest om dat ndet te zijn.
Ik ben bijzonder dankbaar voor de door u tot mij gesproken woorden.
Dat ik een moeilijk raadslid ben geweest heeft mij als muziek in de oren
geklonken. Het bedrijven van poiitiek heb ik altijd zeer moeilijk gevonden.
Het was niet zo lastig om rustig thuis een betoog samen te stellen na met
de fractie te hebben gesproken. Dan denk je: ach, daar zal natuurlijk
iedereen het mee eens zijn. Ik vind het dan altijd weer verrassend dat er
zo ontzettend veel kanten aan een zaak kunnen zitten en dat ieder het
weer anders ziet. Vanmiddag is daar ik vond het ontzettend leuk om te
horen weer een typisch staaltje van geweest. Ieder vogeltje zingt nu
eenmaal zoals het gebekt is. De een zingt misschien een beetje vals; de
ander huppelt zorgeloos rond en springt van de hak op de tak; sommigen
kunnen helemaal niet meer ophouden als ze zingen; anderen denken, ik
zal maar zingen wat mijn voorvaderen hebben gezongen dat is altijd goed;
er zijn vogeltjes die denken, laat ik het maar zö doen dat alle andere
vogeltjes het met mij eens kunnen zijn en er zijn vogeltjes die niet zoveel
zingen maar ais zij zingen komt er iets heel goeds; het gaat op allerlei
manieren. Ik heb er ontzettend van genoten en een enkele keer heb ik ook
wel eens gezongen. Ik ben bijzonder dankbaar voor de jaren die ik in uw
midden heb doorgebracht. Ik vond de sfeer altijd bijzonder prettig. Ik ben
dankbaar dat de nestor van de raad daar ook nog eens op heeft gewezen.
De bereidwilligheid van de ambtenaren was, ook als ik de domste vragen
steide, altijd bijzonder groot.
Er wordt zo vaak gezegd dat er zo weinig vrouwen aan politiek doen
en dat er eigenlijk altijd een beetje discriminatie ten opzichte van de vrouw
is. Als ik van één ding nooit iets in deze raad heb bemerkt, dan is het dât.
Ik geloof dat zelfs de meest zwakke vrouwelijke uitingen hier vanzelf
worden begrepen. Als voorbeeld wil ik noemen dat de voorzitter mij een
teohnicus in de verkeerscommissie heeft genoemd. Dat is iets wat ik nooit
heb gezocht want mijn gehele gezin had altijd schik dat juist ik in de
verkeerscommissie zat omdat ik nooit weet wat oost, west, noord of zuid
is. Ik moet zeggen dat dit in de verkeerscommissie vanzelfsprekend werd
opgevangen. Dan zei men „nou ja uit Bennebroek of uit Haarlem" en dan
snapte ik wel waar het vandaan kwam. Als vrouwen niet aan deze zaak
meedoen omdat zij denken dat mannen dat eigenlijk niet nemen en bang
zijn dat zij in een hoek zulien worden gedrukt, dan is dat, althans wat