109
2e afd.
30 oktober 1969
e. de vereniging zal ervoor zorg dragen, dat de woningen gedurende de
looptijd van de lening bij een maatschappij ter goedkeuring van burge-
meester en wethouders zodanig zijn verzekerd tegen brandschade, dat
de kosten van herstel en wederopbouw volledig uit assurantiepenningen
kunnen worden voldaan. De vereniging is verplicht op vordering van
bnrgemeester en wethouders de betreffende polissen en/of premie-
kwitanties te tonen;
f. de vereniging verbindt zich geen wijziging noch geheel, noch gedeelte-
lijk, in de bestemming van de woningen aan te brengen anders dan met
toestemming van burgemeester en wethouders
g. de vereniging zal de woningen behoorlijk en ten genoegen van burge-
meester en wethouders onderhouden;
h. de huurprijs der woningen is aan de goedkeuring van burgemeester en
wethouders onderworpen;
i. bouwkundige en andere voorzieningen, alsmede de verbeteringen zuilen
aan de woningen slechts worden aangebracht na goedkeuring door bur-
gemeester en wethouders;
j. in de bestaande fondsen voor onderhoud en herstel zullen jaarlijks
worden gestort de door burgemeester en wethouders goed te keuren
bedragen;
k. de vaststelling van de jaarrakeningen van de onder 4 genoemde com-
plexen is aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders onder-
worpen, welke rekeningen daartoe binnen 3 maanden na het einde van
het boekjaar aan hen dienen te worden ingezonden;
1. de vereniging is verplicht de door burgemeester en wethouders nood-
zakelijk geachte wijzigingen in de rekeningen aan te brengen;
m. de onder 4 bedoelde bijdragen zullen als een schuld op de vereniging
komen te rusten, bij welke schuld jaarlijks rente zal worden bijge-
schreven, berekend naar het bij het opmaken van de gemeenterekening
jaarlijks vast te stellen rente-omslagpercentage;
n. de onder m genoemde schuld dient te worden terugbetaald:
1. indien de exploitatierekeningen van voomoemde complexen een
overschot zullen vertonen en alsdan met de bedragen van deze
jaarlijkse overschotten;
2. met andere inkomsten van de vereniging, welke naar het oordeel
van burgemeester en wethouders voor aflossing van de sehuld in
aanmerking komen.
Heemstede, 30 oktober 1969.
De Raad voornoemd,
De voorzitter.