181
30 oktober 1969
ningwetwoningen wordt vermeld, dat, ondanks dat de financiële band met
het rijk thans niet meer bestaat, geen aanspraak kan worden gemaakt op
een premie ingevolge de premieregeling woningverbetering en -splitsing.
Spreker heeft bij de provincie gevraagd op grond waarvan genoemde re-
geling niet voor deze woningen zou kunnen worden toegepast. Toen werd
spreker verteld dat dit, hoewel onbegrijpelijk, rustte op het feit dat vcor
renovatie van woningen die uit de woningwetsfeer komen, weer opnieuw
kredieten in de sfeer van de woningwet worden verstrekt. Spreker vraagt
daarom, of in dit geval een poging is gedaan om steun uit 's rijks kas in
de zin van de woningwet te krijgen. Op deze vraag heeft de wethouder
niet geantwoord. Zo die poging is gedaan, waarom is dat krediet dan niet
verstrekt? Spreker meent er goed aan te doen deze vraag aan burge-
meester en wethouders voor te leggen voordat hij definitief zijn stem aan
dit voorstel geeft.
De heer Smit zegt dat de leden van de betreffende commissies allemaai
van mening waren, dat dit een vrij kostbare reparatie is van huizen die
55 jaar oud zijn. Spreker heeft daarbij ook naar voren gebracht, dat de
bovenverdieping van de zgn. weduwenwoningen ongewijzigd blijft. Op die
bovenverdieping slapen verschillende mensen, ondanks dat op die zolder
slechts een klein dakraampje aanwezig is. Die ongewenste toestand wordt
niet gewijzigd. Deze toestand voldoet beslist niet aan de eisen die in de
bouwverordening worden gesteld en komt niet overeen met de opvattingen
van deze tijd. Het verwondert spreker dat voor een dergelijk groot be-
drag de meest eenvoudige oplossingen om deze woningen werkelijk be-
hoorlijk bruikbaar te maken, niet worden uitgevoerd. Men handhaaft de
toestand waarbij men in één kamer woont, slaapt en stookt. Dagelijks leest
men van kolendampvergiftiging die tot de dood van heel veel mensen
leidt. Aan het handhaven van dergelijke toestanden mag het gemeente-
bestuur zeker niet meewerken.
De heer Bomans vindt het een bijzonder moeilijk stuk. Als spreker leest
wat er allemaal vernieuwd moet worden dan blijft er z.i. vrijwel alleen
het stenen geraamte van deze huizen over. Het is natuurlijk heel moeilijk
in het beleid van de woningvereniging te treden, maar spreker vraagt zich
wel af waarom men zo laat met deze vemieuwingen komt, zodat de kosten
nu 4% ton bedragen. Waarom zijn de nodige verbeteringen niet geleide-
lijk aangebracht, met als gevolg dat de huurverhogingen ook geleidelijk
zouden zijn opgelegd. Nu staan de bewoners voor de onaangename conse-
quentie dat de huur ineens van f 50,op 90,wordt gebracht, in
ronde getallen dan, hetgeen voor vele bewoners bezwaarlijk is. Spreker
weet VEin bewoners dat zij tegen het aanbrengen van deze verbeteringen
zijn. Daarbij komt nog, dat vele bewoners hun huizen behoorlijk hebben
opgeknapt en onderhouden en dat deze nu dezelfde huurverhogingen krij-
gen opgelegd als de mensen die nooit iets aan hun woning hebben ge-
daan. Hier ligt naar sprekers gevoelen een stuk onrec'htvaardigheid. Mo-
gelijk dat spreker verkeerde informaties heeft gekregen, maar hij zou
wel graag eerst een antwoord op zijn zienswijze willen hebben. Spreker
heeft uitdrukkelijk bezwaar tegen het verlenen van een krediet tot een
zo hoog bedrag en tegen het verlenen van een bijdrage fonds perdu van
f 22.000,Hij vraagt zich af waarom de gemeenschap eigenlijk moet
lijd.en onder het feit dat deze mensen blijkbaar altijd een te lage huur
hebben betaald. In principe is spreker tegen het voorstel. Mogelijk kunnen
nog argumenten naar voren worden gebracht die spreker van de juist-
heid van het voorstel overtuigen.
De heer Brandsma wil voorop stellen dat het initiatief van deze woning-
corporatie in alle opzichten moet worden toegejuicht. Het gaat om voor-
oorlogse woningen die uiteraard gebouwd zijn volgens de in die tijd be-
staande wooneisen en woonverlangens. Het is nu gelukkig zo, dat aan het