123a, b
4e afd.
27 noveinber 1969
VOOKLOPIGE VASTSTELLING BEDRAGEN UITGAVEN VOOR
OPENBAAR UITGEBREID LAGER ONDERWIJS OVER 1968 EN
OVER DE JAREN 1963 TOT MET 1968;
VOOSCHOT AFREKENING EXPLOITATIEVERGOEDING
BIJZONDERE SCHOLEN 1963 T/M 1968
Heemstede, 12 november 1969.
Aan de Raad,
Ingevolge artikel 55 ter, lid 1, der Lager-onderwijswet 1920 dient voor
1 december a.s. voorlopig te worden vastgesteld:
a. het bedrag dat de gemeente in 1968 heeft uitgegeven voor de openbare
lagere scholen voor uitgebreid lager onderwijs ter bestrijding van de
in artikel 55 bis bedoelde kosten (exploitatiekosten)
b. het bedrag dat daarvoor in verband met het aantal leerlingen over 1968
beschikbaar is gesteld; bij uw besluit van 25 januari 1968, no. 17a is
per leeriing 204,85 beschikbaar gesteld.
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van dat onder b, het bedrag
van het verschil.
Ingevolge artikel 44, lid 2, van de Overgangswet W.V.O. dient het vijf-
jaarlijks tijdvak 1963 t/m 1967 voor de vaststelling van deze bedragen
voor het uitgebreid lager onderwijs te worden uitgebreid met het jaar
1968.
Thans kunnen deze bedragen derhaive tevens worden vastgesteld voor
de periode 1963 t/m 1968.
Uw besluit van 27 juni 1968, no. 74a, tot voorlopige vaststelling van
de bedragen over 1963 t/m 1967 dient hierbij voor zover betreft het
u.l.o. te worden ingetrokken.
Zoals uit het ontwerp-besluit blijkt, bedraagt de overschrijding over de
jaren 1963 t/m 1968 112,51 per leerling.
Krachtens artikei 103, lid 6, van de Lager-Onderwijswet 1920 behoort aan
de besturen der bijzondere scholen een voorschot te worden verleend op
op het bedrag dezer overschrijding.
Onder aanbieding van ontwerp-besluiten stellen wij u voor over te gaan
tot voorlopige vaststelling van de uitgaven voor het openbaar uitgebreid
lager onderwijs over 1968 en over het tijdvak 1968 t/m 1968 en voorts tot
toekenning van een voorschot aan de besturen der bijzondere scholen op
het bedrag der overschrijding in genoemd tijdvak.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.
