129
4e afd.
27 november 1969
STREEKPLAN VOOR ZUID-KENNEMERLAND,
ONTWERP-HERZIENIN G 1970.
Heemstede, 12 november 1969.
Aan de Raad,
Bij schrijven van 16 september 1969, ontvangen op 24 september 1969,
hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland toegezonden de herziening
van het streekplan voor Zuid-Kennemerland 1970, zoals dat is vervat in
een beschrijving van de meest gewenste ontwikkeling in hoofdlijnen van
het in het plan begrepen gebied en een viertal kciarten.
Eventuele bezwaren tegen het ontwerp moeten voor 1 december 1969
worden ingediend bij Provinciale Staten.
Het voor-ontwerp tot herziening van dit streekplan is behandeld in de
vergadering van uw college van 28 maart 1968. In ons prae-advies van
13 maart 1968 deelden wij u mede, dat Gedeputeerde Staten voornemens
waren na het ontvangen van de opmerkingen van de betrokken gemeente-
raden te besluiten tot een nader ontwerp-herzieningsplan en hierover op-
nieuw de gemeenteraden te raadplegen.
Eerst daama zou het ontwerp-streekplan ter visie worden gelegd en de
gelegenheid worden geboden bezwaren in te dienen. Bij schrijven van 15
juli 1969 deelden Gedeputeerde Staten ons mede een standpunt te hebben
bepaald ten aanzien van de belangrijkste punten van deze streekplanher-
ziening, t.w. de hoofdwegen in het streekplangebied. Dit standpunt kwam
overeen met de visie van de betrokken gemeenten. Gedeputeerde Staten
deelden voorts mee dat het ter besparing van tijd aanbeveling verdiende
af te zien van uitgebreid nader vooroverleg en stelden voor, het definitieve
ontwerp-streekplan onmiddellijk ter visie te leggen. Na overleg met de
overige gemeentebesturen in Zuid-Kennemerland hebben zij Gedeputeerde
Staten bericht in te stemmen met dit voorstel. Iedere vertraging in de
vaststelling van het streekplan moet zoveel mogelijk worden voorkomen;
de immense verkeersonwikkeling gedoogt een langer uitstel van beslissin-
gen niet.
Zoals reeds is opgemerkt hebben de belangrijkste punten van het streek-
plan betrekking op de hoofdwegen in het streekplangebied. In de verga-
dering van uw college van 28 maart 1968 heeft u evenals de raden van de
overige betrokken gemeenten gekozen voor de tracé's van deze hoofd-
wegen, zoals deze thans op de streekplankaart staan aangegeven.
De noord-zuidverbinding is vanaf de bocht in de Westelijke Randweg
bij ,,Haarlem Hoog" in zuidelijke richting getraceerd tussen de Teding van
Berkhoutlaan en Boekenrodeweg door en vervolgens-langs de Boekenrode-
weg. Ter hoogte van ,,Mariënbosch" vindt de weg aansluiting met de se-
cundaireweg 18 en gaat vervolgens westelijk van de Vogelenzangseweg in
zuidelijke richting verder langs de Oase, gedeeltelijk door het landgoed
Vogelenzang om tenslotte via de duinvoet aan te sluiten op de provinciale
weg nr. 1 in Zuid-Hoiland.
In oostwestrichting zijn twee hoofdwegen van primair belang, t.w.:
1. de zuidelijke stadsrandweg van Haarlem; deze is reeds gerealiseerd
tussen de Westelijke Randweg en de Herenweg en zal via het open ge-
deelte ten zuiden van de Haarlemmer Hout en de omgeving Spaarne-
laan met een brug over het Zuider Buiten Spaarne en een afbuiging bij
Schalkwijk een voortzetting krijgen naar de Schipholweg, waarop ter
hoogte van de Amerikaweg zal worden aangesloten.
Aan de westzijde zal deze zuidelijke stadsrandweg in verbinding wor-
gebracht met de Zandvoortselaan via een gedeelte van de noord-zuid-
verbinding.