129
4e afd.
27 november 1969
dergelijk station aan de rand van een woonwijk niet aanvaardbaar is.
Het station moet o.i. worden gebouwd op het terrein van de Amster-
damse Waterleidingen.
3. Gedeputeerde Staten hebben niet voldaan aan het verzoek de gronden
gelegen tussen de Van Merlenvaart en De Glip te bestemmen voor
ruime bebouwing. De gronden zijn bestemd voor stedelijke recreatie en
groenvoorziening. Gedeputeerde Staten zijn van oordeel, dat door het
toelaten van ruime bebouwing op dit terrein inbreuk zou worden ge-
maakt op een van de voomaamste beginselen welke aan het streek-
plan ten grondslag liggen namelijk, dat de open ruimten tussen de
versehillende bebouwde gebieden zoveel mogelijk dienen te worden ge-
handhaafd. Wij zijn van oordeel, dat deze motivering iedere over-
tuigingskracht mist. Zij kan gelden voor ieder terrein dat thans onbe-
bouwd is. Het betrokken terrein is gering van oppervlakte, zodat be-
bouwing ervan het karakter van het streekplan geenszins zal aan-
tasten. Hierbij komt dat de thans op het terrein gelegde bestemming
praktisch niet te realiseren is, zodat deze weinig zinvol is. Een goede
en ruime bebouwing van deze gronden past beter in het streekplan als
woongebied dan het huidige gebruik.
Wij stellen u voor in te stemmen met onze beschouwingen en ons te
machtigen Provinciale Staten van Noord-Holland dienovereenkomstig te
berichten.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.