Binnerg SÄSfs
251
18 december 1969
A 5 ,dlt Probleem past, enkele suggesties doen waarvan wij menen
dat zij de oplossmg van het probleem iets naderbij kunnen brengen
1. Bij de beantwoording van vraag 57 valt bijzonder in het oog dat het
aantal mgeschrevenen dat aan een betrekkelijk kleine woning behoefte
heeft bijzonder groot is. In 1964 was het aantal gezinnen bestaande uit
een, twee of drie personen 401, tezamen 72 van het totaal In 1969 was
dit aantal gestegen tot 503, ofwel 82% van de vraag. Een' stijging 7er-
halve zowel in absoluut als relatief opzicht. Een en ander geeft onf aan-
'i'dînf de vraaS" te stellen of in het normaie woningbestand niet een groot
aantal kleine woningen moet worden opgenomen. Het overgrote feel van
het met't-fs6! b.estaat Ult W0I"ngen met vier of meer kamers. Wordt
woning" En ff? speciaal te Saan ricbten °P de drie-kamer
yp uriL dan niet als flatwonmg, maar als eengezins-woning7 Op de-
ze wijze verknjgt men betrekkelijk goedkope woningen welk? ook een
2 Epffn UI1Ctle bli de doorstroming kunnen gaan vervullen
Hj.,Eel1 tweede punt is dat wij van oordeel zijn dat toch wel veel aan-
dacht moet worden besteed aan het oude bestaande woningbestand Wii
kunnen de opvatting van het college, dat het niet tot haff taak beho^rt
zen^met^lfn^^v ,wonmgen °P de mogelijkheden van verbetering te wij-
zen, met deien. Veie van deze woningen zijn met behulp van overheidsgeld
stand gekomen. En ook als dat niet het geval is dan nog de zof f
voor de volkshuisvesting ons inziens zo zeer te zien ais overheidstaak dat
eTfooStmgrteengevneTlaten °m m0ge,yke inVl°ed aan te wenden
Overigens verheugt het onze fractie te constateren dat B. en W blijkens
haar antwoord op vraag 50, momenteel een aktief woningbouwbeleid voe
ren waarop zoais bekend wij ai vele jaren hebben aangfdrofgen ln hei
T f jfffn VW1'? er op. aandringen dat burgemeester en wethouders
slagvaardig beleid blijven voeren dat stppd«? inhnairf /-.r-v /i
lijkheden welke de njksoferheid terzâke biedt "Tfen fr L^fffk
voor wiilen pleiten de eertijds vastgestelde norm voor de verhouding
oningwetbouw/premiebouw/ongesubsidieerde bouw, niet meer als abso
ute norm te hanteren. Wij willen tenslotte het college met deze moet
bjke problemen veel wijsheid toewensen.
De verkeersveiligheid blijft ons zorgen baren. Wij hebben de indruk
jj d6Ze ?s ons vele maIen bevestigd, dft de rij-kwaliteit wel verbeteÄ
fnTnf if1'e Spatr00n in het verkeer achteruit gaat. Een strengeré
controle, welke waar mogelijk gemechaniseerd dient te worden wiüef wh
S? ae verkeersueillghetd SSaTÄS
f °d. WlJ acbten de bestnjdmg van de verkeersonveiligheid zo zeer een
typische overheidstaak, dat wij zouden willen, dat uit de kring van hen
-rm jet mpest ervaren zijn, meer initiatieven zouden komen tot voor-
n. Pen we he W1-! zoudcn kunnen aanvaarden. Wij denken ondermeer als
keersregeîing^on T" Tvlnterg'emeenteliJke samenwerking bij de ver-
rj P zeer drukke dagen. Kan men t.a.v. verkeer naar pn vnn
andvoort bij zulke gelegenheden komen tot een sterke verkeersregeling
Tensfnnp001 U dir.®cte' maar ook oro hun preventieve werking.
éénrichjingff rkfTf hfen^hf je^stfhen'f oorTjtcjs^^Ttoch^grotende^els^in
veriaten hebben, zouden dan geen extra belemmeringen ontstaan.