18 december 1969 256 te wachten staat dan geeft onze fractie de voorkeur aan het uitbren- gen van de nota bij de begroting voor 1971. Hoewel er over het beleid dat burgemeester en wethouders op grond van de Algemene Bijstandswet voeren, geen vragen zijn gesteld, is de toepassing van deze wet juist dezer dagen op een wel heel bijzondere wij- ze in het middelpunt van de belangstelling geplaatst. Voor het eerst în de geschiedenis van Nederland heeft oud-Staatssecretaris Egas van het Mi- nisterie van CRM zich in een open brief tot de Minister-President gewend en de aandacht gevestigd op wat hij noemt „gevallen van beleidsbemvloe- ding" inzake de bijstandsuitkeringen. De toepassing van genoemde wet is een belangrijk beleidsinstrument in handen van burgemeester en wet- houders. Heeft het coilege enerzijds te waken tegen aanvragen, die ten onrechte worden gedaan, anderzijds is het juist de opzet van de wet, dat de aanvragen ook al zullen daarbij algemene normen niet kunnen wor- den ontbeerd individueel benaderd worden. Dit laatste is ik zou bij- na zeggen de charme van de wet dat zij de mogelijkheid schept om een gezin of een enkeling uit de qua inkomsten zwakste groep uit malaise en misêre te halen. In dergelijke gevallen betekent dat veelal niet alleen een financiële hulp, maar bovenal een morele steun, die voor de betrokke- nen weer perspectieven kan openen. Dat de gevolgen van de beleidsbein- vloeding, aldus de heer Egas, beperkt zijn gebleven, is te danken aan de weerstand die een groot aantal betrokken instanties heeft geboden. Onze fractie zou graag horen, dat burgemeester en wethouders van Heemstede ook onder deze betrokken instanties worden aangetroffen. De exploitatie van het gas- en van het elektriciteitsbedrijf ontwikkelt zich in gunstige zin. Met het storten van de winst van deze bedrijven in de gemeentekas, zal, naar het oordeel van onze fractie ,,maat gehouden moeten worden. Zodra het maar even kan, zal eerder naar een verlaging van de tarieven van deze bedrijven moeten worden omgezien. Dat de exploitatie van het waterbedrijf meer zorgen baart, ligt voor de hand. Uitgaande van de stelling, dat de bedrijven self-supporting dienen te zijn, lijkt een verhoging van het watertarief met 2% ct per ins, zoals door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld, niet onredelijk. Nu evenwel voor gas en elektriciteit tarieven worden geheven, die hoger zijn dan strikt noodzakelijk is, zou het naar de mening van onze fractie alles- zins verantwoord zijn de verhoging van het watertarief voor dit jaar achterwege te laten. Gelet op de vele nieuwe elementen, die burgemeester en wethouders ten aanzien van de bedrijven in hun antwoord naar voren hebben gebracht, stelt onze fractie er prijs op daaromtrent morgen eerst nader te worden ingelicht. Aan de hand van deze informaties zal onze fractie dan haar definitieve standpunt ten aanzien van de tariefsverho- ging van het water bepalen. De nogal koele en negatieve opstelling van het college tegenover een eventuele subsidiëring van het openbaar vervoer, in casu van de N.Z.- V.H.M., heeft onze fractie verrast. Een gesprek van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat met een delegatie van het gemeentebestuur van Haarlem heeft er toe geleid, dat burgemeester en wethouders van Haarlem zich bereid hebben ver- klaard het overleg met de directie van de N.Z.H.V.M. te heropenen. De regering stelt zich op het standpunt, dat de gemeente in de eerste plaats verantwoordelijk is voor het verzorgingsniveau binnen de gemeente. Wat voor Haarlem geldt, geldt mutatis mutandis voor Heemstede. De burgerij is in belangrijke mate gebaat bij een frequent en goed functioneren van het openbaar vervoer. Nu kan men, uitgaande van het prijsmechanisme, zich op het stand- punt stellen, dat voor iedere dienstverlening de kostende prijs moet wor- den betaald, maar deze prijs heeft ergens zijn grenzen, wil hij op de exploi- tatie niet een averechtse uitwerking hebben. Het opheffen van onrenda-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 23