18 december 1969 236 De voorzitter zegt dat hiermede bij het opstellen van de gemeentebegro- ting uiteraard nog geen rekening is gehouden. IV BEHANDELING GEMEENTEBEGROTING EN BEDRIJFS- BEGROTINGEN VOOR HET DIENSTJAAR 1970 MET BIJBEHOREN- DE BEGROTINGSWIJZIGINGEN EN SUBSIDIEVOORSTEL. De aanbiedingsnota van burgemeester en wethouders is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 135_ Begrotingen 1970. Hierbij behoren het algemeen verslag van het in de afdelingen van de raad verhandelde met de memorie van antwoord daarop van burgemeester en wethouders, alsmede de adviezen van de raadscommissiën. De voorzitter geeft gelegenheid tot het houden van algemene beschou- wingen. De heer Willemse zegt: „Mijnheer de voorzitter. De traditie getrouw wil onze fractie gaarne aan de algemene beschouwingen, die aan de be- handeling van de begroting voorafgaan, deelnemen. Het staat wel vast dat enige van onze mede-raadsleden aan de behandeling van een vol- gende begroting niet meer zullen deelnemen, deels omdat zij door hun leef- tijd voor een volgende zittingsperiode niet meer voor verkiezing in aan- merking komen, dan wel niet meer in aanmerking willen komen, en deels doordat bij de komende gemeenteraadsverkiezingen mogelijk nog niet overzienbare verschuivingen zullen optreden. Het stemt mijn fractie wat treurig een volgend jaar een aantal ver- trouwde gezichten van diverse politieke richtingen te zullen moeten mis- sen. In de lopende zittingsperiode en daarvöör, hebben we als geheel prettig met elkaar en met het college samengewerkt, naar wij vertrouwen tot heil van onze goede gemeente, voor wier zelfstandigheid wij, ondanks alle ag- glomeratieklanken en ondanks alle samenwerkingsbereidheid onzerzijds, zullen blijven pleiten. Wij praten dit jaar blijkens de aanbiedingsnota van het college over een begroting waarvan de totaalteliing na aftrek van het verrekenhoofd- stuk bijna 2% miljoen gulden hoger is dan die van het jaar 1969 ofwel ca. 15i/3 meer beloopt dan in dat jaar. Het is verheugend dat onze gemeen- te, doordat gelden door grondverkoop vrijkomen, in staat zal zijn een aan- tal van onze meest dringende kapitaalwerken te kunnen realiseren. Over de onwaarschijnlijkheid dat het gemeentelijk belastinggebied voor het jaar 1970 nog tijdig zal worden uitgebreid, zijn wij deels teleurge- steld omdat diverse desiderata daardoor nog niet tot uitvoering zullen kunnen komen en deels zijn wij voor onze inwoners verheugd, dat deson- danks nog zoveel kan worden tot stand gebracht, al realiseren wij ons dat dat maar éénmaal kan gebeuren. Je kunt een snoepje maar éénmaal op- eten en van grondverkopen op grote schaal kan in de toekomst geen sprake meer zijn; wij raken uitverkocht. De situatie op de kapitaalmarkt, waardoor het direct (onze laatste eigen emissie was van 1952) en indirect (de laatste geldlening die ons via de Bank voor Nederlandse Gemeenten is aangeboden was blijkens de aan- biedingsnota van 31 oktober 1968) onmogelijk blijkt te zijn om geld aan te trekken, is rondweg benauwend; in sommige opzichten doet de situatie denken aan die van 1929, het jaar van de grote New Yorkse beurskrach nu 40 jaar geleden. Tenminste voor wat de hoogte van de leningrente be- treft. De crisis van 1929 ontstond door speculatie in aandelen, mogelijk ge- maakt op veel groter schaal dan thans, omdat men toen aandelen kon kopen niet alleen met eigen geld, maar ook met geleend geld, zoge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 3