18 december 1969
276
en bepaald niet en dat heeft spreker ook niet gezegd het college van
burgemeester en wethouders. Als de voorzitter zegt dat spreker voor de
tribune praat, dan zegt spreker, dat wat hij gezegd heeft meer is vân de
tribune.
De voorzitter: ,,Ik neem deze rectificatie wel aan, maar u hebt zich ge-
richt tot het college van burgemeester en wethouders."
De heer Enschedé zegt dat hij die passage nog eens heeft nagelezen,
maar dat hij inderdaad van de overheid heeft gesproken. Spreker kan
zich voorstellen dat de voorzitter meent, dat het college van burgemeester
en wethouders daarmee bedoeld is, maar juist uit sprekers volgende woor-
den biijkt voldoende duidelijk dat hij met overheid bedoelde, de raad met
het college van burgemeester en wethouders of het college van burge-
meester en wethouders met de raad. Spreker hoopt dat hij dit punt heeft
rechtgezet en dat het gesprokene was bedoeld als wensen die van de tri-
bune zouden kunnen komen. Als sprekers fractie over de begroting spreekt
en zegt dat zij er tevreden over is, dan mag daar ook weer zelfkritiek
tegenover staan van wat er nog anders zou kunnen zijn. Het is juist de
raad die op een gegeven moment de grens moet stellen van wat wel en
wat niet kan. Daarmee schuift spreker de verantwoordelijkheid dus hele-
maal niet af op het college van burgemeester en wethouders maar geeft
juist aan dat de raad zelf verantwoordelijk is.
Op sprekers opmerking met betrekking tot de hondenbelasting ant-
woordt de voorzitter, dat de hondenbelasting ten doel heeft het aantal
honden in de gemeente te beperken. Spreker wist niet dat dat het doel
van de hondenbelasting was, maar het is nuttig dit te weten. Spreker
heeft echter speciaal gevraagd na te gaan of de hondenbelasting nog
wel baten oplevert, omdat hij, gewoon een soort rekensommetje makende,
meent dat, wanneer inderdaad de hondenbelasting juist wordt geïnd, en
daarbij denkende aan het feit dat het een progressieve belasting is die
naar het inkomen gaat, daar misschien wel een ambtenaar, die ongeveer
f 18.000 kost, een heel jaar mee bezig is. Dit was voor spreker aanleiding
te veronderstellen dat die belasting minder opbrengt dan de heffing kost.
Dan zou als het ware een soort subsidie worden gegeven op het beperken
van het aantal honden. Spreker heeft dus gevraagd of burgemeester en
wethouders dat wilden nagaan. Hij meent dat de voorzitter daar heel rus-
tig ja op had kunnen zeggen. Dat hoort spreker dan wel.
De voorzitter heeft gezegd dat alleen de heer Willemse op de vraag of
met het behandelen van de begroting in de commissievergaderingen moet
worden voortgegaan heeft gereageerd. Het is de voorzitter waarschijnlijk
ontgaan dat ook spreker daarover heeft gesproken en heeft gezegd, dat
hij meent dat het beter is de begroting wel in de commissievergaderin-
gen te behandelen, omdat hij zelf heeft bemerkt, dat juist voor nieuwe
raadsleden en de kans zit erin dat het volgend jaar een aantal nieúwe
raadsleden zal optreden het bespreken van een begroting in een com-
missievergadering bijzonder instructief is en tijdbesparend kan werken.
Met een zittende raad die al zo vaak een begroting heeft behandeld zou
men er toe kunnen komen te volstaan met behandeling in de afdelings-
vergaderingen. Bij de nieuwe raad zal er wel weer behoefte bestaan om
met de wethouder te spreken, terwijl spreker het bovendien nuttig vindt
eenmaal per jaar met de wethouder het beleid in het algemeen te be-
spreken.
Het is natuurlijk niet sprekers bedoeling om de Lelievijver, door haar
bruikbaar te maken als ijsbaan, lelijk te maken, integendeel. Spreker zou
de vijver veel mooier en veel meer bruikbaar willen maken. De voorzitter
heeft er op gewezen dat op het ogenblik overal geschaatst wordt. Dat
heeft spreker ook gezien, maar hij heeft ook gezien hoe geweldig gevaar-
lijk dat is. Wij weten nu al dat er straks in de krant te lezen staat dat