18 december 1969
278
De heer Verkouw heeft al gezegd dat er talloze zaken an de orde zijn
geweest die morgen nog onder ogen moeten worden gezien. Spreker neemt
het standpunt in, dat de fractievoorzitters niet alles moeten wegsnoepen
maar ook wat aan hun medeleden moeten overlaten, die ook de voorberei-
ding in de commissies hebben meegemaakt. Daarmee heeft spreker zich-
zeif min of meer klem gezet. Hij vraagt zich af of hij nu nog wel mag
doorgaan. Spreker wil dat toch even doen.
De voorzitter heeft gezegd dat er bij de verruiming van het plaatselijk
belastinggebied nog wat voor de gemeente in petto is en dat dit soelaas
zou bieden voor de kapitaalinvesteringen. Spreker meent dat dit niet juist
is. Die verruiming biedt soelaas voor de gewone dienst, maar daarmee
hebben wij nog geen vaste financieringsmiddelen op tafel. Het is geen be-
langrijke opmerking maar misschien voorkomt zij misverstanden.
De voorzitter: „De minister heeft f 100.000.000 uitgetrokken als extra
uitkering aan de gemeenten."
De heer Verkouw zegt dat, wat het cultureel beleid betreft, hij heeft
mogen vernemen dat het college streeft naar de stichting van een ge-
meenschapshuis, waarbij het college voorlopig wil improviseren. Alle hul-
de en veel succes. De heer Willemse heeft recht gezet wat de jeugd dan
mis heeft gedaan. Spreker gelooft dat van alle kanten getracht is de
jeugd op het goede spoor te brengen. Spreker heeft gezegd dat zij eerst
bij burgemeester en wethouders moeten aankloppen en dan pas bij de frac-
ties. De jeugd dacht dat de fracties alles te zeggen hadden. De voorzitter
kan hieruit zien hoe nodig het is dat de burgerij wordt voorgelicht, zowel
jongeren als ouderen.
Spreker gelooft dat hij er zich op mag beroemen mag dat een keer
meermalen gepleit te hebben er voor te zorgen dat Heemstede een ster-
ke randgemeente blijft. Dat heeft hij bepleit bij de punten uitbreiding van
het raadhuis en het instandhouden van het Minerva-theater. Maar men
kan het ene doen zonder het andere na te laten. Spreker denkt aan de
Stedenband Twente in 1967 opgenomen in de staatscourant, en dat de
agglomeratie Eindhoven dezer dagen ook in orde is gekomen. Toen minis-
ter Beernink met het plan kwam een systeem van gewestelijke samen-
werking in te voeren, eindigde het commentaar van het Haarlems Dagblad
in de rubriek „Van dag tot dag", als volgt en dan weet men eigenlijk on-
geveer sprekers standpunt: „Over puzzles gesproken. Vogelenzang is van
Bloemendaal, maar koestert zich tegen het lichaam van Bennebroek en
Heemstede. Aerdenhout is ook van Bloemendaal voor zover het niet van
Zandvoort is. Spaarndam is van Haarlem. Santpoort is van Velsen maar
leeft in een driehoeksverhouding met Haarlem en Bloemendaal. In die
puzzles slingeren zich de kronkellijnen der verzorging: politie, brand-
weer, ziekenvervoer, ongevallendienst, woonbeleid, waterleiding, verkeers-
wegen. Men werkt vriendelijk samen, maar de minister zal toch hier iets
wiilen effectueren van zijn zin voor logica en efficiency." Deze keer dan
een pluim voor het Haarlems Dagblad. Dat heeft het niet altijd verdiend
maar deze keer wel.
Wij kunnen nog gaan vechten over wat in de Haarlemse raad is gezegd
over het profiteren van Heemstede van Haarlemse voorzieningen. Spreker
dacht het maar niet te doen.
De raadscommissies ook graag morgen.
De heer van den Briel heeft, blijkbaar denkende aan een bepaalde partij,
gezegd: „wat willen die mensen eigenlijk. Het zijn maar kreten." Spreker
is het eigenlijk met wethouder van Wijk eens dat, als men zo maar lan-
ceert: ,,afgelopen met die hoogbouw, dat moet laagbouw worden" zonder
dat het gefundeerd en uitgewerkt is, ook min of meer maar een kreet is.
Spreker wil zich graag aansluiten bij het antwoord dat mevr. van der
Meulen, met goedvinden van de voorzitter, heeft gegeven aan het adres