237
18 december 1969
naamd op prolongatie. Dat was niet ongelimiteerd; de beurswaarde van ka:
de gekochte fondsen mocht niet dalen beneden een bepaald percentage van wo
het geleende geld. Werd het meer, dan moest men bijbetalen en als dat vn
niet ging werd het gehele onderpand van de lening verkocht. Bij steeds zitl
dalende koersen ontstond daardoor een ongekende toevloed van verkopen, J
waardoor de koersen steeds meer daalden en talloze faillissementen het wij
gevolg waren, ook hier in Nederland. Zo'n situatie kan nu niet meer vei
voorkomen, doordat er niet meer of nauwelijks meer op prolongatie ge- ziji
kocht kan worden, maar de hoogte van de rentepercentages van over- me
heidsobligaties en ook van particuliere inrichtingen begint op de percen- dis
tages van 1929 verdacht veel te lijken. 0n1
Zie maar eens naar de koersen van eerder tegen lager percentages ge- sct
emitteerde staatsobligaties en obligaties van de Bank voor Nederl. Ge- sti:
meenten. Die koersen zijn door de verleidelijke aanbiedingen ook van kort- 1
lopende leningen verre beneden de emissiekoers gedaald. Deelnemen aan gei
deze emissies is alleen maar aantrekkelijk voor institutionele beleggers, gei
die er hun beroep van maken geld te lenen van derden tegen een lager per- Ge
centage (zie maar eens naar alle aanbiedingen van rente op spaarrekenin- gel
gen) en zelf te beleggen in overheidsobligaties met hogere rentevoet. Die voi
institutionele beleggers kunnen rustig de aflossing afwachten, voor hen is inv
een gulden een gulden. Voor de particulier die niet tot de uitloting van alb
zijn steeds meer ontwaardende obligatie kan wachten en die misschien op (Ivv
oudere leeftijd zijn spaarduitjes moet aanspreken, is een staats- en een kli
gemeentelijke obligatie onaantrekkelijk geworden. Dat zal er in de niet we
zo verre toekomst toe moeten leiden dat de gemeente voor haar gewone oci
uitgaven meer op haar eigen belastinggebied (dat dus in de nabije toe- wa
komst verruimd gaat worden) zal zijn aangewezen. Plus op de uitkeringen ge:
uit het gemeentefonds naar wij hopen. inv
V°or wat de kapitaaluitgaven betreft, blijft de gemeente, voorzover zij i'
de nodige middelen niet uit overschotten kan betalen, volkomen aange- f 1
wezen op de kruimeltjes die de centrale overheid haar nu en dan via gede- Hi
puteerde staten blijft toebedelen. Uit hetgeen omtrent de gemeentefinan- cit
ciën in de miljoenennota is vermeld is er nog niet veel hoop dat in het bo
komende jaar de zgn. centrale financiering kan worden opgeheven. aai
In dit verband vinden wij het bijzonder teleurstellend te moeten vast- ste
stellen, dat de plaatselijke banken vrijwel g*een enkele interesse tonen om ov<
gebruik te maken van de geboden mogelijkheid de gemeentelijke overheid ste
in haar moeilijkheden tegemoet te komen door het verstrekken van lenin- be:
gen tegen een rentepercentage dat slechts lager behoeft te liggen dan de
het rentepercentage van de Bank van Nederlandse Gemeenten. au
In deze situatie hebben wij er ook wel begrip voor dat het college in
zijn aanbiedingsnota slechts een bescheiden investeringsprogramma heeft A
opgenomen. Toch dienen wij, met hoop op mogelijk betere tijden, het oog vo
gericht te blijven houden op de toekomst. Ook wij zullen het zeer op prijs
stellen binnen afzienbare tijd het meerjarenplan tegemoet te mogen zien 'le
Alvorens enkele onderdelen van de te behandelen begroting nader onder hel
de loep te nemen, zouden wij willen voldoen aan het verzoek, vervat in &e
punt 1 van de memorie van antwoord, ons standpunt te will'en bepalen eel
omtrent het al dan niet behandelen van de begrotingen in de raadscom- de
missies. Onze fractie meent dat het voor een goede behandeling van de vo'
begrotingen niet per se noodzakelijk is deze, alvorens ze te behandelen in rei
de afdelingen, ook in de raadscommissies te behandelen. Wel vragen wij ve'
ons af of hiervan niet een groter aantal vragen in de afdelingen het gevolg fr£
zou kunnen zijn. Immers tijdens de besprekingen in de commissies kun-
nen somtijds reeds inlichtingen worden verkregen waardoor een voorge- 001
nomen vraag daar reeds kan worden beantwoord. Mogelijk kan het een on
oplossing zijn de tijd voor de behandeling in de afdelingen iets ruimer te va
nemen, waardoor tijdens deze behandeling misschien reeds een antwoord ne