18 december 1969
240
1956 t/m 1969 gereed zijn gekomen. Wij mogen verwachten dat de nog te
bouwen woningen in een korter tijdsbestek gereed zullen komen dan de
1471 woningen gebouwd tussen 1956 en 1969.
Oppervlakkig gezien zou men menen, gezien het momenteel aantal inge-
schreven woningzoekenden, dat wanneer alle bestemmingsplannen zijn ge-
realiseerd, er ook een einde zal zijn gekomen aan de Heemsteedse woning-
nood. Wij zijn hierover echter niet zo optimistisch. Bezien wij b.v. de
duur van inschrijving: 6 woningzoekenden staan reeds meer dan 5 jaar
ingeschreven, terwijl voorts een aantal woningzoekenden zelfs helemaal
niet is ingeschreven. Wij vragen ons daarom af hoelang het huisvestings-
bureau nog dient voort te gaan met het inschrijven. Voor velen, vooral a.s.
jonge echtparen is het een uitzichtloze zaak. Moeten wij onze jonge men-
sen er niet op gaan voorbereiden dat wonen in Heemstede binnen niet te
lange tijd nog slechts voor een klein deel van hen mogelijk zal zijn, ja,
dat dit in de nabije toekomst zelfs in Zuid-Kennemerland, wellicht in' ge-
heel Kennemerland eveneens niet meer mogelijk zal zijn? Men zal zich er
mee vertrouwd moeten maken in de toekomst een grotere afstand tussen
werk en woning te moeten gaan afleggen. Naar onze mening is dit een
probleem dat in I.S.K.-verband grote aandacht dient te hebben.
Gaarne zou ik nog een enkel woord willen wijden aan een tweetal ge-
meentelijke bedrijven. Voor wat het waterbedrijf betreft gaat onze frac-
tie accoord met de voorgestelde verhoging van het watertarief. Wij zijn
van mening dat elk der drie gemeentebedrijven zoveel mogelijk self-sup-
porting dient te zijn. Wij zijn ook van mening dat de voorgestelde verho-
ging niet van zulk een grote invloed zal zijn op het huishoudbudget en
zijn het eens met de mening van het college dat wanneer verhoging van
het tarief noodzakelijk is, dit beter geieidelijk kan geschieden dan met
een forse verhoging ineens.
Van het gasbedrijf verwachten wij over 1969 gunstige resultaten. Voor
1970 is een winst geraamd van f 80.000,terwijl vrij hoge afschrijvingen
zijn geraamd. Een en ander is voor ons aanleiding het college te verzoeken
bij het opstellen van de begroting voor 1971 nader te willen bezien of voor
de kleinverbruikers niet een gunstiger regeling is te ontwerpen. Dit kan
b.v. in de vorm van een lager vastrechttarief dan nu is vastgesteld, zodat
dan aan de vastgestelde S.R.O.G.-tarieven niet behoeft te worden ge-
tornd.
V°or wat deze tarieven betreft, verwondert ons toch wel de opmerking
van het college, dat met een eventuele verhoging van de inkoopprijs reke-
ning dient te worden gehouden. Men zou toch naar onze mening mogen ver-
wachten, dat door het enorm toegenomen verbruik en de reeds gedane af-
schrijvingen, eerder een verlaging van de inkoopprijs in het verschiet zou
liggen. Het is waarschijnlijk nog niet opportuun naar de motieven van
een toekomstige verhoging te vragen; hiernaar zijn wij t.z.t. toch wel be-
nieuwd.
Zijn wij goed ingelicht dan heerst er bij een groot deel van het per-
soneel van diensten en bedrijven een zeker onbehagen met betrekking tot
het recent plaatsgevonden bevorderingsbeleid. In het verleden is reeds ge-
pleit voor een gemeenschappelijk personeelsbeleid met de omring"ende ge-
meenten, opdat de nodige uniformiteit in de beoordelingsmaatstaven en
tunctieomschrijving gerealiseerd zou kunnen worden en hierdoor o.a. ver-
loop van gemeentepersoneel van de ene naar de andere gemeente kan wor-
en voorkomen. Naar wij menen heeft de gemeente Haarlem een bureau
voor taakomschrijving, welk bureau op verzoek zeer waarschijnlijk wel
assistentie zou willen verlenen. Kan het college ons meedelen of het voor
deze gedachte voelt en zouden wij tevens mogen vernemen of reeds maat-
regelen zijn getroffen het onbehagen bij een deel van het personeel der be-
dnjven weg te nemen
In de vragen en antwoorden no's 17 t/m 24 wordt ingegaan op enkele