19 december 1969 296 klaar zouden zljn geweest. Spreker doet een nadrukkelijk beroep op het college om zo enigszins mogelijk de commissies zeer spoedig in te scha- kelen. Het gezegde van de wethouder dat dat moeilijk is omdat er vaak specialistische kwesties bij tepas komen, kan spreker niet aanvaarden. In vele commissies zitten leden die expert zijn op hun gebied en misschien nog wel meer expert dan de experts die erbij gehaald zijn. De heer Brandsma wijst er op dat de voorzitter heeft gezegd, dat de raad niets te maken heeft met plannen die door het college worden voor- bereid. Spreker is geen jurist en hij fantaseert misschien maar wat, maar hij dacht niet dat althans de geest van de wet het zo stelde. Spre- ker dacht dat de wet er meer van uitgaat dat de raadscommissies com- missies van bijstand zijn. Het is misschien een ouderwetse naam maar zo is het altijd door spreker begrepen. Hij verstaat onder bijstand, het college helpen bijstaan in het ontwikkelen van ideeën, van plannen en wat dies meer zij. Dat kan niet alleen bestaan in het even zeggen dat een gereed plan goed is zodat aan de raad kan worden meegedeeld dat de commis- sie er mee akkoord gaat. Over de aankoop van een vrachtwagen behoe- ven niet zoveel commissievergaderingen te worden gehouden, maar spre- ker vindt wel dat de vergaderingen waarin de vrachtwagen aan de orde is, tevens door de wethouder kan worden benut om de commissieleden, wanneer zich situaties of wijzigingen voordoen in plannen die al eens in de commissie zijn behandeld, even bij te tanken en te zeggen dat en dat heeft zich voorgedaan. Spreker denkt aan het voorbeeld van de funda- menten in het terrein in de Rivierenbuurt. Spreker probeert altijd zijn redeneringen te bekijken vanuit de gezichtshoek van het college en de betreffende wethouder. Hij zou, wethouder zijnde, zo'n vergadering benut- ten om te zeggen dat en dat is besproken maar dat hij bij de P.P.D. zijn neus heeft gestoten. Dan weten de commissieleden van het hoe en het waarom. Dit is een voorbeeld van zeer recente datum. Die dingen zijn er wel meer. Spreker denkt dan aan het gedeelte van de Schouwbroeker- polder waar nu flats gebouwd zullen worden. Als een van de commissie- leden niet gevraagd had te mogen weten wat daar nu gebouwd gaat wor- den, dan is spreker er zeker van, dat vandaag of morgen ontdekt zou zijn dat er in de Sehouwbroekerpolder geheid werd enz. en de commissie van het plan weinig of niets gezien had. Spreker zegt alleen maar dat hij die indruk heeft. Spreker is blij dat de wethouder protesteert, het moest er nog bij komen dat hij ja zei. De voorzitter: „Het zou er nog bij moeten komen dat u tegen protest was." De heer Brandsma: ,,Nee, natuurlijk niet, daarom zeg ik het er bij." Spreker bedoelt het allemaal veel vriendelijker dan hij het zegt, maar dat is nu eenmaal zijn spreektrant. Het is ook in het belang van het colle- ge dat de commissies regelmatig op de hoogte worden gesteld en blijven van de ontwikkeling die zich bij de plannen voordoen. Daarom kan spreker met de opvatting van de voorzitter niet meegaan. Ook al zou hij formeel gelijk hebben dan is spreker nog tegen. De heer Van der Hulst meent dat het gevaar, dat de raad op de stoel van burgemeester en wethouders gaat zitten, niet aanwezig is. De teke- ning van een gebouw wordt door het college aan de commissie voorgelegd en dacht de voorzitter nu echt dat er dan in de commissie van openbare werken een groepje leden eens iustig met de wethouder gaat schetsen hoe dat allemaal zou kunnen? Nee, het gaat om de kritische opmerkingen van de leden. Hieronder zijn mensen uit het bedrijfsleven, die weten wat elders gebouwd wordt en hoe elders gebouwd wordt. De opmerkingen die naar aanleiding van die plannen gemaakt worden kunnen in het college worden besproken, dat ze op zijn beurt met de architect bespreekt. Spre-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 17