19 december 1969
310
Dat een ander deel van de raad hier nog afwijzend tegenover staat kan
spreker zich ook heel goed voorstelien. Er moet op ander gebied nog zo-
veel gebeuren. Dat is echt geen gebrek aan inzicht in cultuur of van wei-
nig waardering voor het verleden. Spreker zelf ligt met zo'n voorstel ook
overhoop. Enerzijds ziet hij het mooie en het nuttige ervan en anderzijds
vraagt hij zich af of dat nu wel kan. Uiteraard is niemand hier princi-
pieel tegen. Het gaat echter in hoofdzaak om de voorfinanciering en
dat maakt de zaak ook weer wat lichter. Spreker dacht wel dat in het
college een meerderheid, zo niet eenstemmigheid bestaat, om een zodanig
voorstel aan de raad te doen.
Mevr. Gaasterland is daar erg blij mee. Spreekster moet zeggen dat zij
de redering van de heer Willemse helemaal kan volgen. Hij zegt, dat hij
erg tevreden is met hetgeen daar tot stand is gebracht, maar volgens het
bestemmingsplan komt er een school en dan kunnen wij er wêl wat aan
doen. Spreekster wil er tegen waarschuwen er vooral niet aan te gaan
klungelen. Juist omdat het bestemmingsplan dienstbaar is aan de jeugd,
moeten wij deze restauratie op een waardige en resolute wijze geheel vol-
tooien.
De heer Bomans wil een kleine rectificatie op de woorden van de wet-
houder aanbrengen. De wethouder zegt dat het optrekken van de funda-
menten uitloopt op een ruïne. Spreker gelooft juist dat de brug momen-
teel op een ruïne uitloopt. Dat is wat anders dan wat wij straks bereiken
n.l. dat wij laten zien dat daar vroeger een kasteel heeft gestaan.
Punten 17 t/m 27
De heer Brandsma zegt dat het antwoord van het college hem niet he-
lemaal heeft bevredigd. Het geeft niet de feitelijke situatie weer en bo-
vendien gaat het voorbij aan hetgeen spreker eigenlijk heeft gevraagd.
Spreker heeft n.l. gevraagd: als de tarieven en de bijdragen jaarlijks
worden aangepast aan het stijgende kostenpeil, op grond van welke over-
wegingen acht het college dan een verdergaande tariefsverhoging nood-
zakelijk en gerechtvaardigd. Dan antwoordt het college, dat die tarieven
en bijdragen niet jaarlijks worden aangepast en daar houdt het dan eigen-
lijk mee op. Voorts worden dan nog wat gegevens verstrekt over welke
objecten enz. en in welke orde van grootte de tarieven zijn aangepast.
Spreker moet zeggen dat het college wel gelijk heeft als het schrijft, dat
de tarieven en bijdragen niet jaarlijks zijn aangepast, maar als dat woord
vervangen wordt door periodiek, dus periodiek zijn aangepast, dan meent
spreker dat er toch wel van een behoorlijke aanpassing aan de prijsstij-
ging sprake is. De tarieven van de sportparken zijn in de laatste 5 jaar
maar twee keer verhoogd. Maar dat was in totaal met 50 Spreker
dacht dat niet gezegd kan worden dat hier niet van een aanpassing aan
de prijsstijging sprake is. Hetzelfde kan gezegd worden van de tarieven
van het open zwembad. Spreker weet wel dat niet telkenjare die tarieven
zijn aangepast, maar toch wel vrij regelmatig en dan ook met behoorlijke
percentages. Het meest heeft het spreker verbaasd dat het college schrijft
dat de liggelden van de jachthaven de laatste jaren niet verhoogd zijn.
Spreker kan zeggen dat de liggelden in de jachthaven de laatste 4 jaar
met ongeveer 35 zijn verhoogd en omgeslagen over 5 jaar, zelfs
meer dan verdubbeld zijn. Spreker kent toevallig iemand die in de
jachthaven een bootje heeft liggen. Die betaalde, voor een heel klein boot-
je, in 1964 aan liggeld 40. Dat is via 3 verhogingen verhoogd tot f 100,
dat is 2% maal zoveel. Daar komt nog bij dat de jachthaven, voor zover
spreker bekend, nimmer een nadelig saldo heeft opgeleverd. Er is bij de
jachthaven altijd nog sprake geweest van een voordelig saldo. Spreker
heeft de laatste 4 jaarrekeningen daaromtrent nog eens geraadpleegd. In
die 4 jaar is aan liggelden ontvangen 31.362,32 waaruit een saldo is
