29 januari 1970 13 In samenwerking met iemand van de Toneelschool, zijn de volgende principes voor het wagenspel opgesteld: het moet het accent leggen op informatie, argumentatie en stellingname. Omdat we duidelijk willen maken: waarom ons protest? En om dis- cussie met de mensen mogelijk te maken. de inhoud moet door de spelers van het spel zelf gemaakt worden binnen een van te voren afgesproken raam. de gesproken teksten zijn improvisaties." Het gaat niet aan hier de gehele inhoud van het stuk weer te geven. Er is zoveel over gepubliceerd, dat vrijwel iedereen over vorm, inhoud en wijze van opvoeren van het wagenspel is geinformeerd. Hetgeen op de band werd opgenomen, hebben de vragenstellers gehoord. De presentatie en de tekst logen er niet om. Maar dat was nu ook juist de opzet. Men wilde bewust choqueren. Appelleren aan het eigen geweten en aan dat van anderen, de schrille tegenstelling tussen het Kerstfeest dat tot consumptiefeest is gereduceerd en de verscheurde en verziekte wereld manifest voor ogen stellen. Slechts het noemen van Biafra, Viet- nam, Angola, het Midden-Oosten, Tsjecho-Slowakije, Griekenland, is vol- doende om de schrikbeelden op te roepen. Er is geen enkele reden om te verdoezelen, dat door de spelers in de tekst, die voor een deel werd geimproviseerd, grove woorden zijn gebruikt en muziek is ingelast, waardoor mensen zich gekwetst zouden kunnen voelen. De burgemeester kent de vragenstellers voldoende om te weten, dat zij daarbij niet staan te applaudiseren. Hebben de spelers willens en wetens willen kwetsen? Spreker gelooft er niets van. Nog afgezien van het feit, dat men zich niet te gauw ge- kwetst moet voelen, zou hij er van willen uitgaan, dat het er de spelers om ging de mensen op een wijze, die voor een deel van de geldende fat- soensnormen afwijkt en er tegen indruist, wakker te schudden, in de hoop, dat zij zich er door zouden laten gezeggen. Als de burgemeester het nu eens van cTie kant benaderd had, als hij ruim baan gemaakt had om eens met enkele van deze jonge mensen waar- van verschillende een beschavingsniveau hebben dat men niet dagelijks tegenkomt te praten, zou zijn oordeel dan niet milder en zijn beslissing gunstiger geweest zijn Het moet de burgemeester toch wel iets gezegd hebben, dat in de aan- grenzende gemeente Haarlem de verguningen, die resp. door de burge- meester en door burgemeester en wethouders voor het spel moesten wor- den afgegeven, zijn verleend, zonder dat dit tot enige moeilijkheid, waar dan ook in de stad, aanleiding heeft gegeven. Maar misschien zegt het de burgemeester ook niets. Hij heeft immers zijn eigen verantwoordelijkheid en zijn eigen beslissingsbevoegdheid. Spreker zal daaraan niet tornen. Maar nogmaals: was er niet wat meer begrip mogelijk geweest? In de nieuwjaarstoespraak van Dr. Klompé tot het personeel van het Ministerie van C.R.M. heeft de Minister aangegeven, dat zij niet zo gauw overstuur raakt van het geraas van de m;iatschappij van de jaren zeven- tig. „Dat met name aldus de Minister de jonge mensen gaan revol- teren tegen een maatschappij die te materialistisch is, tegen een consu- mentenmaatschappij en meer vragen stelt naar de diepste waarden van het leven, dat moet positief worden gewaardeerd. Het was het jaar van de contestatie, het jaar van de moeilijkheden met de universiteiten, van de wereld van de kunst. Ik geloof niet dat die moeilijkheden negatief moeten worden beoordeeld. Dat men op zoek is naar nieuwe normen en vormen is een positieve zaak." Spreker denkt, om nog iemand te noemen, aan Dr. Hoefnagels, hoog- leraar tn de criminologie aan de Economische Hogeschool in Rotterdam:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 13