4 29 januari 1970 îs zo omvangrijk, dat samenvoeging der gemeenten noodzakelijk is. Dan kan ook worden voldaan aan de voorwaarde dat Haarlem tot een van de vier sterke pijlers in het Noordzeekanaalgebied uitgroeit." Ook hier lanceert de burgemeester van Haarlem een stelling zonder een begin van bewijs te vermelden. Waarom wordt de grote hoeveelheid te regelen onderwerpen niet ge- noemd zodat beoordeeld kan worden of samenvoeging der gemeenten inderdaad het enige redmiddel is Waarom hebben de bestuurders in andere agglomeraties, waar de gemeenschappelijke belangen beslist niet minder veelvuldig zijn, toch de voorkeur gegeven aan een vorm van samenwerking boven de samenvoeging Het argument van de formering van een vierde sterke pijler in het Noordzeekanaalgebied, achten wij allerminst overtuigend. De bestuurs- kracht is niet primair afhankelijk van het aantal inwoners en de omvang van het gebied, doch in belangrijke mate van de personen aan wie het bestuur is toevertrouwd. De nieuw te vormen gemeente IJmuiden zal een belangrrjk mmder aantal inwoners hebben dan Haarlem thans en moet toch een der sterke pijlers in dit gebied vormen. 4. ,,Door samenvoeging zou ook een einde komen aan de zware la„ston welke Haarlem als centrum-gemeente moet betalen zowel door investe- rmgen als exploitatie, lasten die voor een onevenredig groot deel gemaakt worden ten behoeve van ingezetenen van de aangrenzende gemeenten." Deze stelling is gedurende de laatste maanden vaker geponeerd en heeft het karakter van een verwijt aan de omliggende gemeenten dat deze niet bereid zijn mee te betalen aan door Haarlem tot stand gebrachte voor- zieningen welke ook voor inwoners van andere gemeenten van belang In de eerste plaats moet hieromtrent worden opgemerkt dat een groot stedelijk centrum altijd meer voorzieningen heeft te treffen dan de om- hggende en kleinere gemeenten. De wet, regelende de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten houdt hiermede dan ook rekening door aan de grote gemeenten een hoger bedrag per inwoner toe te kennen dan aan e kleine gemeenten. Haarlem ontvangt thans jaarlijks 30,per inwoner meer dan Heemstede. Bovendien is krachtens de genoemde wet een verfijningsregeling be- volkings-agglomeraties vastgesteld. Op grond hiervan ontvangt Haarlem jaarlrjks een belangrijk bedrag uit het gemeentefonds ter dekking van de uitgaven ten behoeve van voorzieningen welke door de aangrenzende ge- meenten mede van belang zijn. Het bedrag is namelijk gerelateerd aan het aantal mwoners van de aangrenzende gemeenten. Op basis van deze regeling ontvangt Haarlem in 1970 1.464.025,—. Het betreft derhalve een belangrijke bijdrage in de kosten van de hier bedoelde voorzieningen. Heemstede draagt vajizelfsprekend ook rechtstreeks bij aan door Haar- lem getroffen voorzieningen waarvan onze gemeente gebruik maakt. Op basis van de overeenkomst inzake de verwijdering van het huisvuil betaalt Heemstede het volle pond mee in de kapitaals- en exploitatielasten van de door Haarlem gestichte vuilverwerkingsinstallatie. In de prijs van de van Haarlem afgenomen elektriciteit zijn niet alleen alle lasten opge- î?och daarboven ontvangt Haarlem nog een winst van ongeveer f 300.000, per jaar, hetgeen naar ons oordeel onverantwoord hoog is zodat wij reeds 1 jaar geleden hebben verzocht om een herziening van de contractprijs. 6 Tegenover het gebruik maken van Haarlemse voorzieningen door de înwoners van de aangrenzende gemeenten staat het feit dat ook Haar- lemmers profiteren van de in deze gemeente aanwezige voorzieningen maken veel Haarlemmers gebruik van de in Heemstede aanwezige

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 4