29 26 februari 1970 De heer Van Berckel vraagt of de gemeentelijke bouwverordenlng op w< vele plaatsen afwijkt van de model-bouwverordening. Spreker acht het SP wenselijk dat in het voorstel een overzicht van de afwijkingen wordt ge- te geven, zodat niet de gehele bouwverordening bestudeerd behoeft te wor- den om vast te stellen op welke punten de verordening afwijkt van het re model. k\ De voorzitter antwoordt dat in het voorstel is aangegeven waarom wij- ziging van enkele artikelen nodig is. gj Wethouder Van Wijk zegt dat de bouwverordening nog niet lang ge- ee leden opnieuw is vastgesteld en toen aan de model-verordening is aange- De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders het gewenst achten de voorgestelde wijzigingen over te nemen, uiteraard voor zover dit mo- gelijk is. Eén wijziging betreft een artikel dat niet in de bouwverordening d< van Heemstede voorkomt terwijl 2 wijzigingen reeds in de verordening et waren verwerkt. b' De heer Van Berckel constateert dat de bouwverordening dus ongeveer (j, identiek is aan het model der Vereniging van Nederlandsche Gemeenten. h Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- S gesteld. w te VI. REGELEN OMTRENT DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 1 VAN P DE WOONRUIMTEWET 1947, STRL. H 291 d si Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken k onder volgno. E 22. Regelen omtrent de toepassing van artikel 1 van de Woonruimtewet. d De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de volkshuisvesting zich hiermede kan verenigen. a De heer Rücker zegt dat de minister van volkshuisvesting tijdens een persconferentie, die hij vlak vôôr Kerstmis heeft gehouden, de nieuwe a subsidieregeling heeft geïntroduceerd en toen sprak van een zevenklapper. De zevende en verrassende klap was een verdere liberalisatie van het huis- vestingsbeleid. Wanneer spreker ziet wat er, althans voor onze gemeente, van de totale liberalisatiedrang van de minister is overgebleven, dan wil het hem voorkomen dat de door de bewindsman aangekondigde zeven- klapper, althans wat de laatste klap betreft, een vuurwerk blijkt te zijn van vnj matige kwaliteit. De realiteit is, dat er een escapemogelijkheid r is voor gemeenten die tot een agglomeratie van gemeenten behoren, met 1 alle gevolgen van dien. Van die mogeiijkheid heeft het college gebruik gemaakt door het opstellen van de voorliggende regelen. Het ontwerp roept bij spreker een aantal vragen op, deels van formele en deels van practische aard. Wat is nu precies de interpretatie van de agglomeratie zoals door het college wordt bedoeld? Heeft dit nog iets te maken met de agglomeratie zoals wij deze kennen in I.S.K.-verband of hebben wij hier te maken met een zgn. gelegenheidsagglomeratie Als het laatste het geval is dan wordt de intentie van de minister om zover mogelijk te liberali- seren slechts matig gerealiseerd, temeer daar enkele randgemeenten, in casu Bennebroek en Velsen en dan doelt spreker meer speciaal op het gedeelte van Velsen aan de zuidzijde van het Noordzeekanaal gelegen aan de kant blijven staan. Voorts vraagt spreker of het juist is dat in artikel 3 b wordt gesproken van de agglomeratie welke wordt gevormd door de gemeenten Haarlem, Heemstede en andere gemeenten, temeer daar het college in het voorstel meedeelt dat ook de gemeenten Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarn-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 4