45
2e afd.
29 april 1970
Burgemeester en wethouders zijn echter bevoegd om, indien zulks
naar hun oordeel wenselijk is, een regeling vast te stellen waarbij
in afwijking van het hier bepaalde voor overwerk op vorenbedoelde
vrije dag, ongeacht of deze is aangewezen in de plaats van een
zondag of een feestdag, als bedoeld in artikel D 1, lid 5,of een
zaterdag, een gelijke vergoeding wordt vastgesteld van 80
6 Burgemeester en wethouders bepalen welke ambtenaren gelet op de
aard en het niveau van hun betrekking geen aanspraak hebben op
vergoeding voor overwerk.
Bur°"emeester en wethouders zijn bevoegd aan de ambtenaar die op
grond van het bovenstaande geen aanspraak heeft op vergoeding voor
overwerk in bijzondere gevallen een door hen te bepalen vergoeding toe
te kennen, indien en naarmate dit naar hun oordeel, gelet op de aard
of omvang van het overwerk en de onvermijdelijkheid daarvan, redelijk
is te achten.
7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor werkzaamheden
welke door ambtenaren met een verschillende bezoldiging en eventueel
een verschillende betrekking te zamen en gelijktijdig als overwerk
moeten worden verricht, een naar hun oordeel billijke voor deze ambte-
naren gelijke vergoeding vast te stellen.
8 Dit artikel is niet van toepassing op overwerk hetwelk voortvloeit uit
een der in arikel F 12 bedoelde verplichtingen. Burgemeester en wet-
houders regelen afzonderlijk de vergoeding voor zodanig overwerk.
Artikel C 4
1. De ambtenaar voor wiens betrekking ingevolge toepassing van artikel
D 1 lid 1, werktijden zijn vastgesteld of bij rooster wisselende werk-
tijden zijn vastgesteld anders dan tussen 8 en 18 uur op maandag tot
en met vrijdag, ontvangt daarvoor een vergoeding, welke in de în
artikel C 1, lid 1 bedoelde verordening nader wordt geregeld, tenzij
uitdrukkelijk is bepaald dat bij de vaststelling van de bezoldiging
daarmede rekening is gehouden.
2. Burgemeester en wethouders stellen voor de ambtenaar aan wiens be-
trekking is verbonden dat hij zich gedurende daarvoor vastgestelde
uren buiten de voor die betrekking vastgestelde werktijden ter beschik-
king dient te houden, regelen ter vergoeding daarvan, tenz^j uitdrukke-
lijk is bepaald dat bij de vaststelling van de bezoldiging daarmede
rekening is gehouden.
Artikel C 5
Aan de ambtenaar die gedurende 25 jaar een betrekking bij de overheid
heeft vervuld, wordt een gratificatie toegekend overeenkomende met de
helft van de bezoldiging, van de vakantietoelage, van de kindertoelage en
van de kinderbijslag waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum
aanspraak heeft.
De ambtenaar die gedurende veertig respectievehjk vijftig jaar een be-
trekking bij de overheid heeft vervuld, ontvangt een gratificatie gelijk
aan een bedrag, overeenkomende met de gehele bezoldiging, vermeerderd
met de vakantietoelage, de kindertoelage en kinderbijslag over de maand
waarin hij deze jubilea gedenkt.
Artikel C 6
1. De ambtenaar die ingevolge wettelijke verplichting in werkelijke mili-
taire dienst is, wordt geacht in zijn betrekking met verlof te zijn.
2. Hij behoudt over de tijd van deze militaire dienst het genot van de aan