m vHH
2e afd. 29 april 1970 45
Artikel P 11
1. De ambtenaar is verplicht nadat hij en, indien hij dit wenst, ook
zijn raadsman is gehoord een andere betrekking- te aanvaarden voor
de vervulling waarvan hij in het belang van de dienst is aangewezen,
indien deze betrekking hem redelijkerwijs in verband met zijn persoon-
lijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten
kan worden opgedragen.
2. Indien burgemeester en wethouders of het hoofd van dienst dit in het
dienstbelang nodig achten is de ambtenaar verplicht om:
a. tijdelijk niet tot zijn betrekking behorende werkzaamheden te ver-
riohten, dan wel tijdelijk een andere betrekking waar te nemen;
b. tijdelijk werkzaamheden te verrichten buiten de voor hem vast-
gestelde werktijden.
3. Wanneer de ambtenaar meent, dat in verband met zijn persoonlijkheid
en omstandigheden de in lid 2 bedoelde werkzaamheden redelijkerwijs
niet van hem kunnen worden gevergd, geeft hij onverminderd zijn
verplichting om die werkzaamheden terstond aan te vangen daarvan
door tussenkomst van het hoofd van dienst terstond kennis aan burge-
meester en wethouders, die zo spoedig mogelijk een beslissing terzake
nemen.
4. De ambtenaar kan niet worden verplicht, indien bij enig particulier
werkgever een staking is uitgebroken of een uitsluiting plaats heeft,
ter vervanglng van stakers of uitgeslotenen werkzaamheden te ver-
richten of werknemers bij het verrichten van werkzaamheden behulp-
zaam te zijn, tenzij naar het oordeel van burgemeester en wethouders
zulks met het oog op de openbare veiligheid of gezondheid of voor de
regelmatige functionering van de openbare dienst der gemeente nood-
zakelijk is.
5. Ter zalte van de toepassing van het bepaalde in lid 4 wordt zo spoedig
mogeiijk overleg gepieegd in de commissie, bedoeld in artikel A 5,
lid 1.
Artikel F 12
1. De ambtenaar is verplicht, indien hij daartoe door of namens burge-
meester en wethouders wordt aangewezen, in tijden van oorlog, oor-
logsgevaar of andere buitengewone omstandigheden andere werkzaam-
heden te verrichten dan die welke hij gewoonlijk verricht, mits die
werkzaamheden strekken ter uitvoering van de taak die de gemeente
in die tijden heeft of zal krijgen, dan wel ertoe strekken een zo goed
en ongestoord mogelijke uitvoering van die taak te verzekeren.
2. De ambtenaar, op grond van lid 1 aangewezen, is te allen tijde ver-
plicht lessen te volgen en deel te nemen aan oefeningen welke verband
houden met zijn in dat lid aangeduide taak.
3. De aanwijzing als bedoeld in lid 1 geschiedt slechts, indien de persoon-
lijke omstandigheden van de ambtenaar zulks redelijkerwijs toelaten.
Artikel F 13
1. De ambtenaar kan worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke ver-
goeding van door de gemeente geleden schade, voor zover deze aan
zijn schuld of nalatigheid is te wijten.
2. Het bedrag van de schadevergoeding en de wijze van inhouding daar-
van op zijn bezoldiging worden niet vastgesteld dan nadat de ambte-
naar in de gelegenheid is gesteld zioh schriftelijk of mondeling te