sas^B^ m m
2e afd. 29 april 1970 45
andere grond aanleiding bestaat, met ingang van de eerste dag van de
maand volgende op die waarin de bedoelde leeftijd is bereikt ontslag
verleend.
Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend.
2. Van het bepaalde in lid 1, eerste volzin, kan, indien de ambtenaar
hiermede instemt, in bijzondere gevallen, ter beoordeling van het gezag
dat bevoegd is het ontslag te verlenen, worden afgeweken.
Artikel H 6
1. Indien door de raad bij afzonderlijke verordening leeftijdsgrenzen zijn
bepaald voor de vervulling van in die verordening vermelde en voor
zover nodig nader omschreven betrekkingen, wordt de ambtenaar die
een zodanige betrekking vervult en de daarvoor bepaalde leeftijdsgrens
heeft overschreden, ontslag verleend.
2. Het ontslag gaat, behoudens de mogelijkheid van opsohorting als in de
in lid 1 bedoelde verordening voorzien, in op de eerste dag van de
maand volgende op die waarin de in lid 1 bedoelde leeftijdsgrens wordt
bereikt.
3. Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend onder toeken-
ning van een uitkering als geregeld in de in lid 1 bedoelde verordening.
Artikel H7
1. Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend wegens opheffing van
zijn betrekking of wegens verandering in de inrichting van het dienst-
onderdeel waarbij hij werkzaam is of van andere dienstonderdelen, dan
wel wegens verminderde böhoefte aan arbeidskrachten. Ontslag op
grond van dit artikel wordt eervol verleend.
2. Bij ontslag wegens verandering in de inrichting van een of meer dienst-
onderdelen of wegens verminderde behoefte aan arbeidskrachten ge-
sohiedt, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, het
ontslag van de ambtenaren in de volgende rangorde:
a. zij die dit wensen;
b. zij die 35 of meer jaren in overheidsdienst werkzaam zijn, waarbij
zij die geen kostwinner van een gezin zijn voor de overigen en in
beide groepen ouderen in leeftijd vöör jongeren gaan;
c. zij die de leeftijd van 35 jaren nog niet hebben overschreden en geen
kostwinner van een gezin zijn, te beginnen met hen die het geringste
aantai jaren in overheidsdienst werkzaam zijn;
d. zij die het geringste aantal jaren in overheidsdienst werkzaam zijn.
3. Het verlenen van ontslag op grond van dit artikel geschiedt, behou-
dens in individuele gevallen, naar een bepaald vooraf vastgesteld plan.
Over dit plan wordt overleg gepleegd in de commissie bedoeld in
artikel A 5, lid 1. Daama wordt het aan de betrokken ambtenaren
medegedeeld.
4. Indien aan een ambtenaar op grond van dit artikel ontslag wordt
verleend, wordt een opzegtermijn van drie maanden in acht genomen.
5. De ambtenaar aan wie ontslag is verleend op grond van dit artikel
verkrijgt met ingang van de datum van ontslag aanspraak op een
uitkering krachtens de Wachtgeldverordening dan wel krachtens de
Uitkeringsverordening, al naar gelang de bepalingen dezer verorde-
ningen.