vnmi\ 47 2e afd. 29 april 1970 Opschorting Artikel 15 1. Indien de waehtgelder na zijn ontslag uit hoofde van ziekte aanspraak op doorhetaling van bezoldiging heeft of krijgt in verband met de be- trekking waaruit hem ontslag is verleend, wordt de uitvoering of verdere uitvoering van de wachtgeldregeling vervat in deze verorde- ning opgeschort tot het einde van het tijdvak waarover die aanspraak bestaat. 2. Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de wachtgelder die zich in militaire dienst bevindt of moet begeven de uitvoering of verdere uitvoering van de wachtgeldregeling vervat in deze verorde- ning opschorten tot het einde van het tijdvak van diens militaire dienst. Samenloop Artikel 16 Indien de wachtgelder na afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 15, lid 1, aanspraak heeft op een uitkering op grond van artikel E 13, lid 3, van het Algemeen Ambtenarenreglement wordt het wachtgeld slechts uitbetaald voor zover het evenbedoelde uitkering te boven gaat. 2. Betaling Artikel 17 Het bedrag van het wachtgeld, over een jaar berekend, wordt naar boven tot een volie gulden afgerond en in dezelfde termijnen uitbe- taald als de bezoldiging welke vôör de toekenning van wachtgeld werd genoten. Met toestemming van de wadhtgelder kan de uitbetaling van het wachtgeld over langere termflnen geschieden. Afkoop Artikel 18 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders op verzoek van de wachtgelder een regeling met hem treffen krachtens welke het wachtgeld geheel of ten dele wordt vervangen door een afkoopsom. Verval van het wachtgeld Artikel 19 1. Het wachtgeld kan geheel of gedeeltelijk vervallen worden verklaard: a. indien de wachtgelder de opgave bedoeld in artikel 13, lid 1 en lid 2, nalaat dan wel onjuist of onvolledig doet; b. indien de wac-htgelder enig op grond van artikel 9, lid 2, gegeven voorschrift niet nakomt, tenzij hem hiervan redelijkerwijze geen verwijt kan worden gemaakt; c. indien de wachtgelder zich zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders in het buitenland vestigt of geacht moet worden aldaar duurzaam te verblijven; d. indien de wachtgelder, zij het ook alleen door gebrek aan mede- werking, verhindert dat een geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel 10, plaatsvindt dan wel zodanig onderzoek belemmert; e. indien de wachtgelder zich zodanig gedraagt dat hem ontslag zou zijn verleend als hij in dienst was gebleven;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 55