m W' i
48
P --503^.2
2e afd.
29 april 1970
UITKERIN GS VEROBDENIN G
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, alsmede het ad-
vies van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling-
femeeHteltfke personeelsaangelegenheden, d.d. 23 augustus 1968, nr
5od0 OBj
BESLUIT;
vast te stellen de volgende
UITKERIN GS VERORDENIN G
PARAGRAAF 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1
1. In deze verordening wordt verstaan onder „belanghebbende":
de gewezen ambtenaar aan wie ontslag is verleend:
a. op grond van artikel H 7 van het Algemeen Ambtenarenreglment
uit een betrekking waarin hij tijdelijk was aangesteld, terwijl die
aanstelling minder dan vijf jaren heeft geduurd dan wel is geschied
in een betrekking van kennelijk tijdelijke aard.
b. op een andere grond genoemd in hoofdstuk H van het Algemeen
Ambtenarenreglement, mits dat ontslag niet op eigen verzoek is
geschied en evenmin aan eigen schuld of toedoen is te wijten,
en die aan dat ontslag geen recht op een pensioen krachtens de Alge-
mene burg"erlijke pensioenwet dan wel op een uitkering" ingevolge
artikel H 6 van het Algemeen Ambtenarenreglement kan ontlenen.
Artikel 2
1. In deze verordening wordt verstaan onder „diensttijd":
de aan het in artikel 1, lid 1, bedoelde ontslag voorafgaande in over-
heidsdienst doorgebrachte tijd welke in aanmerking komt voor de
berekenmg van een pensioen krachtens de Algemene burgerlijke pen-
sioenwet, of als zodanig in aanmerking zou komen indien die tijd door
mkoop of door een verzoek bedoeld in artikel D 2 van evengenoemde
wet voor pensioen geldig zou zijn verklaard.
2. Onder diensttijd bedoeld in lid 1 wordt mede verstaan de tijd doorge-
bracht in de betrekking waaruit het ontslag, bedoeld in artikel 1 is
verleend, indien die tijd op grond van de artikelen B 7 en B 9 van' de
Algemene burgerlijke pensioenwet geen diensttijd is in de zin van
evengenoemde wet.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 en lid 2 blijft buiten beschou-
wing:
a. diensttijd liggende vôôr een onderbreking van meer dan een maand
daarvan wegens verleend ontslag;
b. diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de berekening van
de duur van een eerder toegekend wachtgeld of een daarmede
gelijk te stellen uitkering wegens onvrijwillige werkloosheid ten
laste van de overheid, behalve voor de toepassing van artikel 6;
c. diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de berekening van
een pensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioenwet dan
wel voorafgaat aan een ontslag verleend op grond van artikel H 6
van het Algemeen Ambtenarenreglement of een soortgelijke bepa-
hng in een andere overheidsregeling;