49
2e afd.
29 april 1970
BEZOLDKMGINGSVERORDENING AMBTENAREN 1970
Heemstede, 8 april 1970.
Aan de Raad,
De Staatsseeretaris van Binnenlandse Zaken heeft ons in een circuiaire
van 23 december 1969, nr AB 69/U 3252, in kennis gesteld met de salaris-
maatregelen, welke per 1 januari 1970 voor het rijkspersoneei werden ge-
troffen. Bij deze circulaire zijn de gebruikeiijke salarisschalen en inpas-
singstabellen gevoegd.
In de nieuwe saiarissen is verwerkt 0.66 als correctie van de trend-
verhoging over 1969 en 4.5% als voorschot op de voor 1970 te verwachten
loonstijgingen bij de particuliere bedrijven. In dit verband deelt de Staats-
secretaris mede, dat per 1 mei 1970 een nadere verhoging van de ambte-
narensaiarissen zal plaats hebben, indien de loonontwikkeling in de voor
het trendbedeid relevante bedrijfstakken daartoe aanieiding geeft.
Uit de circulaire stippen wij verder nog het volgende aan.
Toeiagen en salarissen, verbonden aan de uitoefening van nevenfuncties,
kunnen worden verhoogd met 5.2 indien zulks verantwoord wordt ge-
acht. Het maximum-bedrag der diploma-toelagen wordt verhoogd van
66,40 tot 70,per maand.
De Staatssecretaris geeft de gemeentebesturen in overweging de tot-
standkoming van overeenkomstige voorzieningen ten behoeve van het ge-
meentepersoneel te bevorderen.
Geiet op het feit, dat de in 1968 vastgestelde bezoldigingsverordening
thans voor de vijfde maal zou moeten worden gewijzigd, hetgeen de over-
zichtelijkheid niet ten goede komt, hebben wij deze geiegenheid aange-
grepen een geheei nieuwe verordening te ontwerpen, waarin aile tot nog
toe vastgestelde wijzigingen zijn verwerkt.
De nieuwe salarisschalen en -groepen zijn samengesteid uit bedragen,
voorkomende in de rijkssalarisreeks. De in de verordening opgenomen
toeiagen zijn overeenkomstig de in de circulaire vermeide richtlijnen ver-
hoogd.
Behalve deze wijzigingen zijn nog enkele andere wijzigingen in de ver-
ordening aangebracht, waarop wij hieronder een toelichting geven.
Sedert 1 januari 1970 is de gemeente-arts ontheven van zijn contro-
lerende taak en is deze taak opgedragen aan de medische dienst van het
GemeensChappeiijk Administratiekantoor. In verband hiermede is het
woord „controierend" uit artikel 3 van de verordening geschrapt en is de
beloning verlaagd.
Krachtens het bepaalde in artikei U 8, jo. artikel C 1 van de Algemene
burgeriijke pensioenwet zullen inkomsten in natura met ingang van 1 ja-
nuari 1971 niet meer behoren tot het ambtelijk inkomen in de zin van
genoemde wet. De enige functionaris, voor wie deze bepaling van beiang
is, is de bode-concierge van het Raadhuis, die vrije verlichting der woning
geniet, voor welk genot tot nog toe een bedrag van 78,per jaar in
het ambtelijk inkomen was opgenomen. Teneinde achteruitgang in
ambtelijk inkomen te voorkomen is de garantie-toelage voor genoemde
functionaris, genoemd in artikel 23 van de verordening, met 6,50 per
maand verhoogd en wordt ddt bedrag door middel van de procentuele
kortingsregeiing, opgenomen in artikel 19, 2e lid, wederom op het salaris
ingehouden.
Verder is in artikel 20, in navolging van de voor het rijkspersoneel ge-
troffen regeiing, een bepaling opgenomen op grond waarvan bij bereke-
ning van de bezoidlging of kortingsbedragen over een deel van de maand,