146 25 juni 1970 De heer Verkouw meent een misverstand te moeten wegnemen. Spreker heeft n.l. uit het antwoord van de wethouder de indruk gekregen, dat spreker min of meer gesuggereerd zou hebben dat er al kredieten waren verleend, dat er al plannen waren, enz. Spreker heeft echter gezegd, dat bij de begroting 1970 de vraag is gesteld, of burgemeester en wethouders het niet gewenst achten de grondvesten tot het brugniveau op te halen en het nodige te verrichten om daartoe te geraken. Het college heeft daarop als volgt geantwoord: „Wij hebben het, gelet op de belangrijkheid en de urgentie van andere kapitaalwerken niet verantwoord geacht u voor te stellen voor het onderhavige werk een krediet ter beschikking te stellen. De uitvoering van dit werk is niet zo noodzakelijk dat hiervoor het treffen van andere voorzieningen zou moeten worden uitgesteld. In- dien uw college van oordeel is dat de fundamenten van het Oude Slot moeten worden opgehaald, zullen wij ons in het kader van het opstellen van een nieuw vijfjarenprogramma beraden over het jaar van uitvoering". Spreker meent dat de raad toen heeft te kennen gegeven dat hij inderdaad wilde dat het eollege dit nog eens nader zou bezien en dat heeft spre- ker alléén maar willen zeggen bij de opstelling van het 5-jarenplan. Spreker meent dat de raad zich ook zelf aan dit besluit zal moeten houden en niet een besluit in de geest van de heer Enschedé moet nemen waarin burgemeester en wethouders worden uitgenodigd met een voorstel te komen en een kredietaanvrage. De vraag aan de raad was destijds, deze suggestie bij de opstelling van het 5-jarenplan te bezien. Dan zal blijken of burgemeester en wethouders het plan al dan niet daarin op- nemen en dan kan de raad er over discussiëren. Spreker dacht dat het zö juist gesteld was. De heer Hupkes heeft begrepen dat de aannemer die de restauratie heeft uitgevoerd, in overleg met Monumentenzorg is gekozen. Nu de restauratie voltooid is komt het praktische probleem naar voren hoe het gerestaureerde is te behoeden tegen vandalisme en vemieling, want er is intussen vrij ernstige schade toegebracht. Het is een bijzonder moeilijk probleem en een suggestie hoe dat is op te Iossen kan spreker ook niet geven. Spreker vraagt of er niet voor het gerestaureerde geheel een bestemming kan worden gevonden waarbij het in het belang van de gemeenschap dagelijks wordt gebruikt. Doordat er dan een eigen belang zal zijn om te zorgen dat het object in tact blijft, ontstaat een soort be- waking, zodat niet in vrij korte tijd al het geld dat hierin geïnvesteerd is teloor gaat door vernieling. Door de politie kan daartegen ook niet dag en nacht worden gewaakt. Gedeeltelijk is dat doel al gevonden, maar als er nog verder gerestaureerd wordt is het missohien mogelijk een wat wijdere bestemming er voor te vinden dat meer in de dagelijkse belang- stelling staat waardoor een adequate bewaking mogelijk zal zijn. Spreker vraagt de raadsleden daar hun gedachten ook eens over te laten gaan. Als de vernielingen blijven aanhouden is verdere restauratie vrij doelloos. De heer Enschedé vraagt of er publiciteit aan is gegeven dat het Oude Slot gerestaureerd is. De voorzitter meent dat daarover artikelen en foto's in de pers zijn verschenen, hoewel niet van de gemeente uitgaande. De heer Bomans vraagt of de N.V. Ploeg er op gesteld is dat daar bezoek komt. Spreker heeft er wel eens op aangedrongen dat een beweg- wijzering naar het Oude Slot zou komen. Daarop is door de burgemeester zodanig geantwoord dat kon spreker er tenminste uit afleiden dat veelvuldig bezoek eigenlijk niet op prijs werd gesteld. Dat staat toch wel nauw in verband met de door de heer Hupkes gestelde vraag, want als er veel bezoek komt werkt dat preventief tegen vemieling. De voorzitter zegt dat de heer Enschedé heeft gesteld, dat de restau-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 10