148
25 juni 1970
raad er voor voelt om de fundamenten op te trekken, burgemeester en
wethouders daar wel over willen denken en dat de raad dan de volgende
maand hoort wat zij hebben besloten. Spreker meent dat er nu een mis-
verstand bestaat. Bij burgemeester en wethouders leeft n.l. het plan een
meerjarenplan op te maken. Dit moet niet verward worden met de priori-
teitenlijst die elke maand aan de raad wordt voorgelegd. Spreker meent
dat de voorzitter in dit geval aan plaatsing op de prioriteitenlijst heeft
gedacht en niet aan opname in het meerjarenplan. In de laatste begro-
tingsvergadering hebben verschiilende raadsleden naar een meerjarenplan
gevraagd en toen hebben burgemeester en wethouders geantwoord dat
„het opmaken van een dergelijke inventarisatie in een meerjarenplan
enige tijd vergt. De raad kan echter een meerjarenplan binnen niet te
lange tijd van ons college tegemoet zien." In het antwoord op vraag 15
met betrekking tot het Oude Slot, schrijven burgemeester en wethouders
,,dat zij zich daarover zullen beraden bij het vijfjarenplan". Spreker dacht
dat het niet de bedoeling is dat burgemeester en wethouders nu ten aan-
zien van deze aangelegenheid, zonder dat zij inzicht hebben in de verdere
plannen voor de komende 5 jaren, in de eerstvolgende vergadering en dan
nog wei van een raad die op het punt van vertrek staat, plotseling gaan
zeggen hoe zij daar over denken.
De voorzitter zegt dat hij bij zijn eerste antwoord even gedacht heeft
aan het prioriteitenschema. In zijn tweede antwoord heeft hij gedacht aan
het meerjarenplan. Spreker zou het zö kunnen stellen dat het meerjaren-
plan er nog niet is, dus staat het onderwerpelijke plan er nog niet op, en
dus moet de raad op het moment aannemen dat het college daartoe 'nog
niet bereid is. Dat is echter een beetje formalistisch gesteld. Spreker
heeft nu medegedeeld tot welk aanvankelijk besluit burgemeester en wet-
houders zijn gekomen toen zij hierover spraken. Spreker moet eigenlijk
ronduit zeggen dat de heer Verkouw gelijk heeft als hij zegt dat niet aan
de hand van één plan en met een raad die ten dele aftreedt, beslist moet
worden of al dan niet plaatsing op een 5-jarenplan zal piaats vinden
Burgemeester en wethouders zullen dit debat in hun oren knopen. Wan-
neer het meerjarenplan dus aan de nieuwe raad wordt voorgelegd zal
beslist worden of de verdere restauratie van het Oude Slot daarop zal
worden geplaatst.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XI- VBRKOOP GROND IN PLAN GLIP II.
UITNEMING COMPLEX GLIP II UIT GRONDBEDRIJF.
Het voorstel met ontwerp-besluiten is opgenomen in de gedrukte stuk-
ken onder volgno.
85a- Verkoop grond in plan Glip H.
85b- Uitneming complex Glip II uit Grondbedrijf.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
De heer Enschedé merkt op dat in bestemmingsplannen altijd ruimte is
gereserveerd voor de vestiging van bedrijfjes. Spreker dacht dat de grond
die nu wordt verkocht daar ook grotenteels voor bestemd was. Hij vraagt
of hieruit de lering moet worden getrokken dat er van de zijde van de
kleine bednjven geen belangstelling bestaat of dat het zo is, dat de plaats
voor die bedrijven in dit bestemmingsplan misschien verkeerd gekozen
was zodat men er alleen hier geen belangsteliing voor had. Met andere
woorden, zal er in volgende bestemmingsplannen geen ruimte voor de
vestiging van bedrijfjes worden opgenomen of moet die ruimte in het ver-
volg anders worden opgenomen