25 juni 1970 153 De heer Verkouw zal niet direct protesteren maar hij is wel benieuwd naar het antwoord dat het colleg'e op de gestelde vragen zal geven. De raad heeft nu wel een heei sober voorstel van het coilege ontvangen. Daarin schrijven burgemeester en wethouders: „blijkens de voor u ter inzage gelegde stukken hebben de kosten van bouw en inrichting aanzien- lijk meer bedragen dan geraamd was. Het stichtingsbestuur zal leningen moeten sluiten tot een totaal bedrag van f 7.670.000,d.i. f 920.000, meer dan het reeds verhoogde garantiebedrag". Spreker vraagt of er in dit geval niet speciaal aanleiding was een belangrijk deel van de brief van het stichtingsbestuur in het voorstel van burgemeester en wethouders over te nemen. De pers en de belangstellenden uit de burgerij, hier aan- wezig, moeten nu eigenlijk door de raad geïnformeerd worden, en dan ook nog maar ten dele, middels de vragen die gesteld worden over wat er nu eigenlijk aan de hand is. Spreker meent dat er geen enkele reden is om geheimzinnig te doen en dat daarom volledig open kaart had kunnen worden gespeeld. Spreker zou een beroep op het college willen doen om voortaan, juist ook in verband met de uitspraken van de raad bij de be- handeling van de begroting 1970, eens wat royaler te zijn met zijn infor- matie van de pers en de burgerij. De voorzitter antwoordt dat ook het college zich heeft afgevraagd hoe het mogelijk is dat de bouwkosten dusdanig zijn overschreden. Spreker meent dat de raad bij de beoordeling van deze zaak er vanuit moet gaan, dat, wanneer alles te voren wêl goed bekeken was, de bouw ook gekost zou hebben wat hij nu heeft gekost. De garantle zou dan zonder meer zijn verleend. Nochtans is het een vervelende zaak dat wanneer al garan- tie is gegeven voor bijna 7 miljoen er nog een miljoen bij komt. Als gemeentebestuur moet men zich dan afvragen of er fouten zijn gemaakt. De raad heeft gezien weike posten verhogingen hebben ondergaan en heeft zich verbaasd hoe dat mogelijk is. Spreker meent dat daar nu weinig tegen te doen is. Deze gang van zaken kan en moet een lering zijn, niet alleen bij het bouwen van dit soort tehuizen, maar ook in het algemeen. Plannen kunnen niet goed genoeg te voren worden opgezet en berekend. Het betreft hier geen bouw van de gemeente maar van particu- lieren. De raad staat voor een verrassing maar spreker gelooft dat de raad, zij het met pijn, er ook achter moet gaan staan. Met de heer Wil- lemse heeft spreker in het begin de neiging gehad om te zeggen „dat doen wij niet meer" maar dat bekoelt natuurlijk vrij spoedig omdat men dan bedenkt wat de consequentie daarvan is en die wil men natuurlijk uiteindelijk niet aanvaarden. De heer Enschedé heeft een meer speciaal punt uit de oversohrijding naar voren gehaald n.l. de brandpreventie maatregelen die tijdens de bouw tot een hogere prijs hebben geleid. Dit lijkt spreker een wat wonder- lijke redenering omdat, als reeds tevoren alle eisen op dit gebied bekend waren geweest, het gebouw aanzienlijk duurder zou zijn geweest. Dat is het wonderlijke in deze, dat de overschrijding in wezen betekent dat minder besteed is, want dan zouden de brandtrappen helemaal ingebouwd moeten zijn aangebracht en dat is nu op andere wijze opgelost. Spreker zal uiteenzetten waar de kortsluiting uit is voortgekomen. De Centrale had haar plannen op 6 maart 1963 klaar. De N.C.H.B. verzocht het college een principe-besluit te nemen waarin burgemeester en wet- houders bewilligden. Het plan werd op 3 oktober 1963 voorgelegd aam de Welstandscommissie, waar dus ook de deskundigen bij tegenwoordig wa- ren, d.w.z. ook openbare werken. De beoordeling van het bouwplan door de Welstandscommissie in aanwezigheid van de tegenwoordige minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, was uitnemend. Men vond het een mooi plan. Vervolgens is het plan opgestuurd naar de Directie voor de volkshuisvesting en bouwnijverheid te Haariem. De opzet van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 17