de actieve recreatie mogen uitsluitend gebouwen worden opgericht
welke worden gebruikt als was-, kleed- en vergaderaccommodatie.
2. De voorgevels dezer gebouwen moeten worden geplaatst in de naar de
weg gekeerde begrenzende lijn van de bebouwingsstrook.
3. De gebouwen moeten worden aaneengebouwd.
4. Zij moeten plat worden afgedekt.
5. De bouwhoogte, welke niet meer mag bedragen dan 3.50 m, moet
onderling gelijk zijn. 3
Artikel 5.
Monument.
1. De op de kaart voor monument aangewezen gronden mogen uitsluitend
worden gebruikt voor het behoud of het herstel van de aldaar voor-
komende monumenten als bedoeld in artikel 1 van de Monumentenwet.
2. Op deze gronden mag niet worden gebouwd tenzij dit nodig is voor het
behoud of het herstel van een monument.
1.
Artikel 6.
Terrein voor actieve recreatle.
De gronden aangewezen als terrein voor actieve recreatie zijn bestemd
voor de aanleg van sportterreinen.
Deze gronden mogen niet worden bebouwd of door bebouwing worden
overdekt.
Artikel 7
Kinderspeelplaats
2
De gronden aangewezen voor kinderspeelplaats zijn bestemd voor de
aanleg van een kinderspeelplaats.
Op deze gronden mogen uitsluitend tot een kinderspeelplaats behorende
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht en mogen speel-
werktuigen worden geplaatst.
Deze gronden mogen overigens niet worden bebouwd of door bebouwing
worden overdekt.
Artikel 8.
Water.
De gronden aangewezen voor water zijn bestemd voor de aanleg van 3.
singels, vijvers of grachten.
Op en boven deze gronden mag slechts worden gebouwd indien en voor
zover dit nodig is voor de waterbeheersing of de verbinding van de oevers.
Artikel 9.
Tuin.
De gronden aangewezen voor tuin mogen uitsluitend worden gebruikt
voor de aanleg van tuinen.
Op deze gronden mogen slechts erfafscheidingen worden gebouwd met
inachtneming van het bepaalde in artikel 12 van deze voorsehriften.
Artikel 10.
Gebruik van gebouwen.
1. Het is verboden nadat de bestemming overeenkomstig het plan is ver-
wezenlijkt:
