184 30 juli 1970 voorstel willen verbinden om de naastiigrgende kamer, die heus wel als spreekkamer of wat dan ook van pas zal komen, te handhaven. De heer Vrerkouw merkt op dat de heer Hupkes heeft gezegd dat in de commissie voor openbare werken nog een aantal wensen naar voren zijn gebracht. Het coliege schrijft in zijn voorstel „dat het nieuwe ontwerp zeer wel aanvaardbaar is. Op enkele punten achten wij het ontwerp nog voor enige verbetering vatbaar; de ardhitect zal zich hierover nog beraden en een voorstel tot wijziging indienen". Spreker vraagt of de wensen die in de commissie voor openbare werken zijn geuit parallel lopen met de wensen van burgemeester en wethouders of dat deze verder gaan. De voorzitter: „Die lopen volkomen parallel." De heer Verkouw: „Ik ken de wensen niet." De voorzitter zegt dat juist in verband met deze raadsvergadering de bespreking met de architect op morgen is gepland opdat eventueel ook n°g rekening kon worden gehouden met wat in de raad naar voren wordt gebracht. Zo zal de kwestie van de vergroting van de raadszaai ook met de architect worden besproken. De door de commissie voor openbare werken gewenste veranderingen betroffen de trap in de burgerzaai en de accommodatie die daar gedacht is en de vraag hoe de architect zich het witte beton voorstelt, weike bezwaren daar aan kleven en of de garantie kan worden gegeven dat dit geen vuile en streperige boel wordt. Opmer- kingen zijn genotuleerd en zullen aan de architect worden voorgelegd. Uiteraard krijgt de raad te horen hoe zijn reactie hierop is geweest. Met de heer de Ruiter is het college het eens, dat het beter is twee stijlen eerlijk naast elkaar te stellen dan, zoals het wel eens genoemd is een „jong" bij een gebouw, opdat het er vooral maar op lijkt, terwijl het in een heel andere tijd wordt gebouwd. Toen de hier hangende perspec- tieftekening door de architect aan de welstandscommissie werd voorge- legd, merkte de commissie op „u hebt het uzelf niet gemakkelijk ge- maakt, want u hebt vanuit het meest ongunktige pimt een voorstelling van zaken gegeven". Men kan dat op deze tekening zien. De noordelijke gevel werkt daarop n.l. min of meer als voorgevel, het. geheel komt groot op je af. Dat heeft de architect expres zo gewild en het is naar sprekers mening een goed uitgangspunt. De architect heeft duidelijk willen stellen dat hij niet camoufleert, niet aan elkaar plakt; hij laat zien dat dit ge- bouw er naast komt te staan en als men dan op de meest ongunstige plaats staat zal men het ongeveer zö gaan beletven. Een tweede argument was, dat het oude raadhuis volledig in functie diende te blijven, dus een deel moet blijven uitmaken van het geheel, zulks in tegenstelling tot het vorige plan. Er zijn bij de bespreking die spreker mocht bijwonen, voor- beelden genoemd, o.a. het stadhuis van Haarlem, dat, eeuwen na elkaar, in twee verschillende stijlen is gebouwd en toch tot een eenheid is ge- worden. Men heeft ook andere voorbeelden genoemd van kathedralen die drie duidelijke bouwstijlen vertonen, die romaans begonnen en gotisch ge- eindigd zijn, en toch tot mooie gebouwen zijn geworden. Het is een kwestie van kunst, van durf en van eenvoudig eerlijk zijn. Het oude raadhuis wordt geen klein museum. Bij het eerste plan stond het idee voorop om het raadhuis als zodanig intact te laten. Nu is een heel andere opzet gekozen waarbij het raadhuis volledig blijft functioneren. Persooniijk is spreker heel blij dat ook het mooie trappenhuis behouden blijft Dit blijft ons oude raadhuis, waar wij mee vergroeid zijn; wij zullen het in functie terugvinden. Het college gelooft dat hier iets goeds is tot stand gebracht. In de welstandscommissie heeft de architect in alle rust en met over- tuiging, in een betoog dat spreker de raad gegund had om bij te wonen, de bezwaren weggenomen en eerlij'k zijn conceptie naar voren gebracht en met verve verdedigd, zonder ook maar in het minst emotioneel befaoeven te worden, hetgeen doorgaans geen uiting van kracht is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 20