190
30 juli 1970
klaard. Nu doet zich de bijkomstig"heid voor, dat het pand Binnenweg 180
bezet is door een jong gezin dat naar de mening van sprekers fractie
bezwaarlijk kan terugkeren naar de zeer krappe behuizing in de ouder-
lijke woning aan de Eikenlaan. Om die reden vraagt sprekers fraetie aan
Albert Heijn te verzoeken want deze zaak ligt wat moeilijk omdat een
sloopvergunning is afgegeven om die sloping voorlopig uit te stellen.
Sprekers fractie hoopt dat in die periode van uitstel voor dat jonge gezin
ergens anders een kleine woonruimte beschikbaar komt. Als direct na de
bouwvakvakantie tot sloping wordt overgegaan zal dit gezin op straat
komen te staan. In de resterende 10 dagen van de bouwvakvakantie zal
geen oplossing voor dit gezin gevonden kimnen worden, maar als de
sloping eens een paar maanden zou kunnen worden uitgesteld is er mis-
sehien een oplossing gevonden waardoor dit gezin niet terug behoeft te
keren naar het ouderlijk huis want dat is voor de ouders zeer bezwaarlijk.
De voorzitter vindt dat de waarden wel een beetje op hun kop worden
gezet als men achter de feiten aan gaat lopen en zich daamaar gaat rich-
ten. Hoewel spreker de nood van dit gezin niet miskennen wil, is hij toch
van oordeel dat een oplossing op een andere wijze zal moeten worden
gevonden in de vorm van tijdelijk onderdak hier of daar. Voor zover
spreker weet is nog nooit iemand op straat gezet en niet geholpen. Er is
altijd nog een oplossing gevonden al is het maar een noodoplossing.
Spreker meent dat bij het toewijzen van woonruimte de rechte lijn
moet worden aangehouden. Ook dit gezin zal t.z.t. aan woonmimte wor-
den geholpen. Dat dit nog niet gelukt is lag aan verschillende belemme-
ringen ontstaan vanuit deze familie zelf. Daten wij de zaken duidelijk en
eerlijk stellen. Ons hart is wel goed, maar wij moeten geen feiten ver-
doezelen. Oplossingen door het college voorgestaan, zijn verijdeld door
oorzaken die gelegen waren bij de gezinsleden zelf. Burgemeester en wet-
houders zullen trachten voor dit gezin zonder voorrang, maar ook niet
met aohterstalling, een oplossing te vinden. Als de eigenares van het
bezette huis er geen bezwaar tegen heeft dat dit gezin daar blijft wonen,
dan kan spreker zich daarmede ook verenigen. Spreker vindt dat een
verkeerde weg wordt ingeslagen als het reoht door de feiten opzij wordt
gezet, hetgeen spreker niet zo erg ligt.
De heer van der Hulst zegt dat het niet zijn bedoeling is dat Albert
Heijn wordt gevraagd met slopen te waohten tot het gehele blok wonin-
gen slooprijp is, want dat lijkt ook spreker nu er een sloopvergunning is
afgegeven, onredelijk. Spreker vraagt alleen of het coliege pogingen wil
doen om de sloping een paar maanden uitgesteld te krijgen waardoor de
mogelijkheid wordt geopend dat voor dit gezin een oplossing wordt ge-
vonden.
De voorzitter wil wel informeren of het Albert Heijn wat uitmaakt als
met de sloping later wordt aangevangen. Als Albert Heijn daar niet voor
voelt zullen burgemeester en wethouders een oplossing moeten zoeken.
De heer Verkouw vraagt of het college aandacht aan deze zaak wil
schenken.
De heer Rücker heeft wel begrip voor de moeilijkheden van dit gezin,
maar spreker is het volkomen oneens met de wijze waarop dit gezin heeft
gemeend zijn woningprobleem op te moeten lossen.
Veiligheid op speelplaatsen
De heer Verkouw zegt dat de laatste tijd in de pers ontzettend veel
geschreven is over allerlei moeilijkheden met betrekking tot de onder-
grond van openbare speelplaatsen, terwijl daar in de laatste tijd nog bij
îs gekomen dat de speelwerktuigen voor de kinderen niet geschikt zouden