□jJB2S29nE
11. bijgebouw
een niet voor bewoning bestemd bouwwerk, behorend bij een een-
gezinshuis of ander hoofdgebouw, voor berging en/of stalling van
voertuigen;
12. berg- en stallingsruimte
een ruimte voor berging en/of stalling van voertuigen;
13. voorgevel
een naar een weg gekeerde gevel van een gebouw;
14. aanliggend afgewerkt terrein
de het gebouw omringende grond, welke wordt geacht te liggen op ge-
lijke hoogte als de kruin van de weg waaraan wordt gebouwd, tenzij in
bijzondere gevallen door Burgemeester en wethouders anders wordt
bepaald;
15. bouwen, gebouw, bouwwerk
al hetgeen ingevolge artikel 1 van de Woningwet en artikel 1 van de
bouwverordening onder bouwen, gebouwen en bouwwerk moet worden
verstaan.
Artikel 2. Wijze van meten.
Waar in deze voorschriften gesproken wordt van:
1. gevelhoogte
wordt deze gemeten vanaf de bovenkant van het aanliggende afge-
werkte terrein tot de horizontale snijlijn welke de buitenzijde van het
gevelvlak met de bovenkant van het dakvlak vormt;
2. bouwhoogte
wordt deze gemeten vanaf de bovenkant van het aanliggend afgewerkt
terrein tot het hoogste punt van het dakvlak, ondergeschikte bouw-
delen uitgezonderd;
Binnen het pian mag niet worden gebouwd indien:
het terrein dat ter verkrijging van een bouwvergunning als bouw-
perceel wordt voorgedragen, (mede) grond betreft die ingevolge het be-
paalde in artikel 1 lid 4 moet worden aangemerkt als bouwperceel (of
deel daarvan) van reeds bestaande bebouwing of op grond van een
reeds verleende of nog te verlenen bouwvergunning voor nog op te richten
bebouwing ook ais zodanig zou moeten worden aangemerkt.
Artikel 3. Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de be-
palingen van het plan:
a. voor geringe veranderingen in de tracé's van wegen en de aanpassing
daaraan van de ligging en de vorm van bebouwingsgrenzen, indien bij
definitieve uitmeting zou blijken dat een weg als gevoig van de wer-
kelijke toestand van het terrein slechts kan worden aangelegd als op
ondergeschikte punten van het plan wordt afgeweken;
b.
voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes
ten behoeve van openbare nutsbedrijven of van andere, naar bestem-
ming daarmede gelijk te stellen gebouwtjes, zoals transformatorhuisjes
schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, wachthuisjes voor
verkeersdiensten en ketelhuisjes ten dienste van centrale blokverwar-
ming;