TOELICHTING OP HET BESTEMMIN GSPL AN GELEERDENWIJK. Uitgangspunten. De vraag naar woonruimte is in Heemstede nog steeds zeer groot. Het aantal ingeschreven woningzoekenden, dat momenteel bijna 600 bedraagt, toont dit overtuigend aan, hoewel dit aantal niet de werkelijke behoefte aangeeft. Zoals o.m. is gebleken bij het in 1965 in Heemstede ingestelde onderzoek naar de behoefte aan woonruimte, laten niet alle woning- zoekenden zich als zodanig bij de gemeente inschrijven. Met name velen die zijn aangewezen op een woning in de vrije sector en veel alleenstaanden staan niet ingeschreven. De situatie is dan ook duidelijk zo, dat de ruimte om woningen te bouwen in deze gemeente niet voldoende is om in de behoefte te voorzien. De ,,Nota betreffende de woningbouw en uitbreidingsplannen", welke de gemeenteraad op 18 december 1964 heeft aanvaard, is daarom geba- seerd op de vraag hoeveel woningen er nog kunnen worden gebouwd en hoe de verdeling daarvan moet zijn over de gesubsidieerde sector (woning- wet- en premiebouw) en de ongesubsidieerde sector. Op grond van de in die nota vermelde gegevens heeft de raad aanvaard dat de verdeling van het na 1964 te bouwen aantal (toen geraamd op 1900) zou moeten zijn: 56% gesubsidieerd en 44% ongesubsidieerd. In het inmiddels grotendeels voltooide plan „Van Merlenlaan-Kerklaan" zijn ruim 300 woningwetwoningen gesticht en ruim 350 andere woningen voornamelijk ongesubsidieerd). Het nu in uitvoering zijnde plan voor de Schouwbroekerpolder voorziet in de bouw van woningen in de premiesector en de ongesubsidieerde sector (totaal pl.m. 450). Op grond van genoemde verdeelsleutel, welke nog steeds als juist kan worden aanvaard, is het noodzakelijk in het volgende, tevens laatste „grote" bestemmingsplan, namelijk dat voor de Geleerdenwijk, vooral woningwetwoningen en premiewoningen te bouwen; dit was trouwens ook een van de conclusies van genoemde nota. Gelet op de grote behoefte aan woonruimte voor alleenstaanden en aflopende gezinnen (vooral bejaarden) is het zeer gewenst in dit plan met name aandacht te schenken aan deze categorieën. Het plangebied. Het plangebied omvat de terreinen gelegen tussen de Herenweg, de zui- delijke grens van het landgoed „Berkenrode", de Leidsevaart, een gedeelte van de noordelijke grens van het landgoed ,,Ipenrode", de Van der Waals- laan, de Nobellaan, de Einthovenlaan en de Prof. Asserlaan. Voor dit gebied geldt nu nog het bestemmingsplan 50, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 maart 1930, no. 26, goedgekeurd bij besluit van ge- deputeerde staten van 18 februari 1931, no. 65. De betrokken gronden zijn hierin bestemd voor open bebouwing (vrijstaande woningen of twee tot vijf woningen aaneen). De oppervlakte van het plangebied is 17.5 ha. Het plan. Het plan is grotendeels opgezet als een globaal plan of vlekkenplan, dat door burgemeester en wethouders in onderdelen zal worden uitgewerkt. Het gedeelte van het plan langs de Herenweg (tot maximaal 250 m. van deze weg) is wél reeds uitgewerkt. Langs de Herenweg zijn vier flatge- bouwen (resp. 5, 6, 7 en 9 woonlagen) gedacht. Een vijfde flatgebouw is meer in het centrum van het plangebied geprojecteerd. Het is de bedoeling alle flatwoningen (totaal 277) te bestemmen voor alleenstaanden en voor aflopende gezinnen. Het is namelijk ook in Heem- stede wel gebleken dat hoogbouw voor gezinnen met kinderen bepaald niet de ideale woonvorm is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 9