18 december 1970
432
Spreker heeft er vrede mee als de voorzitter zegt, dat burgemeester en
wethouders een onderzoek zullen instellen naar het nut van een woning-
kartotheek.
De voorzitter ziet in het inrichten van een woningkartotheek alleen
maar dubbel werk omdat al veel gegevens ter beschikking staan. Spreker
belooft op korte termijn na te gaan welk nut een woningkartotheek af-
werpt. Daarover zullen burgemeester en wethouders een eerlijk open ver-
slag geven waarna alsnog een beslissing kan worden genomen.
De heer Brandsma adviseert ten deze het advies in te winnen van de
Nationale Woningraad, van de Raad voor de Volkshuisvesting en van
het Ministerie. Dan krijgt men niet alleen een advies over de waarde van
een woningkartotheek maar ook over de inrichting daarvan. Spreker be-
grijpt uit de laatste woorden van de voorzitter dat er ook nog wel enig
misverstand tussen hem en de voorzitter kan bestaan over de inrichting
van een kartotheek.
De voorzitter: ,,Dat wil ik gaarne doen. In het rapport komen dus ook de
antwoorden van deze instanties."
Mevr. Gaasterland wil, omdat de voorzitter heeft gezegd dat de wo-
ningbouwverenigingen na de oorlog geen activiteiten meer hebben ont-
plooid, een lans breken voor de woningbouwvereniging de Haemstede, want
na de oorlog heeft deze vereniging twee keer, geheel zelfstandig, twee
complexjes woningen gerealiseerd waarvan één complex uit een extra
bouwcontingent dat door die woningbouwvereniging is bevochten. Boven-
dien zijn door deze vereniging verschillende complexen gerenoveerd.
De voorzitter wijst er op dat de gemeente niet heeft gebouwd in de
plaats van een corporatie die gevraagd had te mogen bouwen. Spreker
heeft overigens alle lof voor hetgeen door de woningbouwvereniging de
Haemstede tot stand is geibracht.
Hoofdstuk VI. Openbare Werken
Volgno. 63 t/m 68.
De heer De Ruiter zegt dat zijn fractie heel blij is met de toezegging
van burgemeester en wethouders (vraag 64) dat met ingang van 1972 voor
het aanschaffen en aanbrengen van straatnaamborden een bedrag in de
begroting zal worden opgenomen. Zijn fractie zag dit evenwel graag met
een jaar vervroegd. Waar het niet om een grote uitgave gaat, meent zijn
fractie, dat het niet onoverkomenlijk zal zijn om al in 1971 met de verbe-
tering van de straatnaamaanduiding een aanvang te maken.
Sprekers fractie heeft er regelmatig over gesproken dat het ophalen
van huisvuil een dienst is en tegelijkertijd een kwestie van volksgezond-
heid, die zo langzamerhand onvoorstelbare bedragen gaat vergen. Men kan
strijden over de vraag of een dergelijke dienstverlening kostendekkend
moet zijn. Spreker gelooft van niet maar hij meent wel dat op dit mo-
ment een niveau bereikt is dat, als het nog langer zo doorgroeit, op den
duur wel eens een halsbreker voor de begroting zou kunnen zijn. Spreker
heeft daarom middels vraag 66 voorgesteld een zodanig systeem van tari-
fiëring in te voeren, dat de reële kosten ieder jaar gelijk blijven. Dat be-
tekent dat de belasting voor de inwoners voor het ophalen van huisvuil
niet hoger wordt dan zij nu is, maar dat betekent tevens dat niet over
een paar jaar met een schrikwekkende verhoging, die veel moeilijker zal
vallen dan geleidelijke verhogingen, behoeft te worden gekomen. Vandaar
sprekers voorstel om te komen tot het koppelen van de tarieven voor deze
dienstverlening aan een bepaalde index, over de keus waarvan nog kan
worden gediscussieerd. Spreker denkt daarbij aan de index voor de gezins-
kosten of iets dergelijks.