18 december 1970
436
dat informeel wel deed. Diens argumenten hebben spreekster overtuigd dat
het, waar het om een vrij kleine groep mensen gaat, niet gewenst is om
de leerkrachten daarbij in te schakelen.
Mevr. Diel kan zich bij hetgeen mevr. Snoep heeft gezegd, wel aanslui-
ten. Spreekster gelooft ook niet dat een benoemingscollege een waarborg
biedt voor een beter oordeel wat betreft de bekwaamheid van de te benoe-
men onderwijzer. Spreekster sluit zich aan bij de mening dat een derge-
lijk voorstel wel eens in de Schoolraad behandeld zou kunnen worden.
Wethouder Van Ark zegt dat over een zuiver theoretische vraag wordt
gesproken, want de praktijk leert, dat burgemeester en wethouders blij
zijn als zij één geschikte sollicitant hebben. De gevraagde inspraak is z.i.
volkomen overbodig. Als de markt weer ruimer wordt en er zich voor elke
vakature 12 geschikte kandidaten aanmelden, zou misschien eens overwo-
gen kunnen worden of nog meer mensen of instanties bij benoemingen
moeten worden ingeschakeld. Gebleken is dat de oudercommissies daar in
het algemeen geen interesse voor hebben. Het inschakelen van collega-
leerkrachten lijkt spreker helemaal niet gewenst. Bovendien zou het laat-
ste vreselijk moeilijk zijn. Moet men dan b.v. 12 leerkrachten naar de
sc.hool sturen, door de school laten wandelen, enz. Spreker gelooft niet dat
het praktisch uitvoerbaar is om de leerkrachten bij benoemingen in te
schakelen en het is z.i. ook niet juist. Veronderstel dat alle leerkrachten
zeggen: ,,wij moeten hem niet" en dat burgemeester en wethouders hem
toch benoemen omdat zij vinden dat hij de beste is? Inspraak betekent
dat men daar wel naar luistert maar eigen verantwoordelijkheid houdt
voor benoemingen.
De heer Van Xongeren is het eens met mevr. Diel n.l. om deze kwestie
eens in de Schoolraad ter sprake te brengen. Dan heeft de Schoolraad met-
een weer een reden om eens goed aan de gang te gaan, want spreker
heeft gehoord dat de Schoolraad niet zo actief is.
Hoofdstuk VIII. Par. 2a. Openbaar basisonderwijs
Punt 71.
De heer Van der Hulst zegt dat deze vraag al gedeeltelijk door de heer
van Tongeren is behandeld. Spreker vindt dat eerbied en interesse voor
alles wat leeft en bloeit moet worden voorafgegaan door kennis van die
zaken. Hij dacht daar vanmiddag al meer over te hebben gesproken.
Heemstede is wat zijn planten en bomen betreft zeer bevoorrecht ten op-
zichte van andere gemeenten. Een wandeling in klasverband door Groenen-
daal met een bezoek aan de gemeentelijke kwekerij kan begeleid worden
door een van de ambtenaren van de plantsoenendienst. Als de kinderen dan
de namen van de planten horen, de eventuele zeldzaamheid en bijzonder-
heden, en in de kwekerij de zorg voor elk plantje zien, dan groeit de eer-
bied voor de natuur. De inspecteur van het l.o. moet niet al te karig zijn
met het geven van vrij voor die wandeluren. Gedacht wordt in dit ver-
band aan de 5e en 6e klassen. Zojuist heeft de wethouder van onderwijs
verteld dat de inspecteur van het l.o. niet zo erg royaal is met het geven
van vrij voor dergelijke doeleinden. Misschien kan de wethouder daarover
eens met de inspecteur van gedachten wisselen, meer kan het niet zijn, en
hem erop wijzen dat door anderen het belang van dergelijke bezoeken
voor de kinderen wel wordt ingezien.
Mevr. Snoep hierover peinzend vraagt zich af, of het misschien een
oplossing zou zijn als een dergelijke excursie door de ouders van een be-
paalde klas wordt georganiseerd, maar dan niet in schoolverband. Zij
neemt aan dat de bereidheid er is om de kwekerij voor dit doel open te
stellen.